20 29 VI. Plaatselijke Schoolcommissie. In de samenstelling der Commissie kwam in den loop des jaars wederom eenige wijziging. De heeren R. A. van Sandick en G. Doorman zagen zich, zeer tot leedwezen van de Com missie, genoodzaakt een eervol ontslag als lid daarvan aan te vragen, eerstgenoemde, omdat de drukte zijner bezigheden hem niet langer veroorloofde den noodigen tijd voor het schooltoezicht af te zonderen, laatstgenoemde op grond van zijn vertrek uit deze gemeente. Bij Gemeenteraadsbesluiten, onderscheidenlijk van 29 Augustus en van 31 October 1904, werd onder dankbetuiging voor de door hen aan de gemeente en het lager onderwijs bewezen diensten aan genoemde heeren het gevraagde eervol ontslag verleend. In de plaats van den heer van Sandick werd bij Raadsbesluit van 17 October 1904 benoemd de heer Mr. A. A. H. Struycken. In de tweede vacature werd voorzien door de benoeming van den heer W. van Gelder. Ten slotte bereikt bij het samenstellen van dit verslag de Commissie zeer tot haar leedwezen de tijding, dat haar lid de heer Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman zich uithoofde van de drukte zijner werkzaamheden genoopt heeft gezien Deze inrichting wordt bezocht door 61 jongens van 13—17 jaar. Die, welke niet voldoende kunnen voorbereid worden om aan de eischen tot toelating aan de burgeravondschool der ambachtsschool te voldoen, mogen tot hun 18e jaar blijven; dan gaan zij over tot de afdeeling der volwassenen (Am bachtsschool). De leerlingen zijn verdeeld in twee klassen, elke onder verdeeld in twee parallelklassen. De eene helft der leerlingen krijgt les op Maandag, Woensdag en Vrijdag, de andere op Dinsdag. Donderdag en Zaterdag. Er wordt, behalve in de bovengenoemde vakken, ook onderwijs gegeven in practische meetkunde. ..De naai- en breischool is bestemd voor meisjes uit be hoeftige gezinnen, wier opleiding aanvulling vereischt en voor wie geene an tere geschikte onderwijsinrichting in de gemeente openstaat. Het onderwijs omvat de nuttige hand werken, alsmede het lezen, schrijven en rekenen (inhalings- onderwijs)." Deze inrichting wordt, voor zoover de leerlingen ook het laatstgenoemde onderwijs ontvangen, dat door een onderwijzer en twee onderwijzeressen wordt gegeven, door 102 meisjes bezocht. Aan de eerstgenoemde inrichting zijn een opzichter der gemeente als teekenleeraar en een onderwijzer werkzaam. VERSLAG I.AGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 409