I VERSLAG over het jaar 1904 van de Commissie tot wering van schoolverzuim in de 6e afdeeling. De Commissie hield in het afgeloopen jaar 17 vergaderin gen, met uitzondering van die op 21 Juli, op de daarvoor vastgestelde dagen. In het jaar, waarover dit loopt, had de periodieke aftreding der leden plaats. Bij besluiten van den Gemeenteraad van 28 Maart en 8 Augustus 1904. werden de aftredenden her benoemd. Intusschen onderging de samenstelling der Commissie toch eene verandering. Reeds in haar vorig verslag moest de Commissie tot haar leedwezen er op wijzen, dat de heer Van Hoogstraten, geruimen tijd wegens ziekte afwezig, de vergaderingen gedurende een groot deel van het jaar niet kon bijwonen. Ook in den aanvang van 1904 bleef deze toe stand bestendigd en, ofschoon de heer Van Hoogstraten door den Gemeenteraad bij eerstgemeld besluit herbenoemd was, noodzaakte hem voortdurende ongesteldheid, ontslag te ver zoeken, welk ontslag bij Raadsbesluit van 11 April 1904, eervol en onder dankbetuiging voor de aan de Gemeente en het Lager Onderwijs bewezen diensten, werd verleend. Door het heengaan van den heer Van Hoogstraten, leed de Commissie een gevoelig verlies en zij meent hier eene plaats te mogen geven aan een woord van waardeering voor de hoogst verdienstelijke wijze, waarop de heer Van Hoog straten als lid en, van de instelling der Commissie af. als voorzitter, zich van zijne taak kweet. Bij Raadsbesluit van 8 Augustus 1904 werd in zijne plaats benoemd de heer D. Sluimer. Tengevolge van kennisgevingen van heeren Schoolop zieners ontvangen, werden 85 personen opgeroepen om voor de Commissie te verschijnen. (In de jaren 1902 en 1903 be droeg dat aantal resp. 24 en 85.) De oproeping bereikte één der opgeroepenen niet, daar deze zonder achterlating van adres was vertrokken. Van de overige 34 verschenen in 18 gevallen de vader of de moeder-voogdes, 16 de moeder in plaats van den vader,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 559