I
i
Namens de Commissie,
A. Hoogenraad, Voorzitter.
C. F. Verschoor, Secretaris.
27
(7 e Afd.) versl. v. d. comm. t. wering v. schoolverz. 22
Het is de Commissie zeer aangenaam er op te kunnen
wijzen hoe in het jaar 1904 het willekeurig schoolverzuim
afnam, terwijl het aantal schoolgaande kinderen aanmer
kelijk steeg.
Den lOen Mei ontving de Commissie tot haar leedwezen
bericht van haar lid, den heer E. Krul, dat hij ontslag had
aangevraagd als lid der Commissie. Zij zag hem noode ver
trekken, gedachtig aan de vele diensten, die de heer Krul
haar bewezen had.
Een verzoek van de Commissie der 4e Afdeeling om
adhaesie te hechten aan een adres van den Raad om presen
tiegeld voor de leden der Commission tot W. v. S. meende
de Commissie niet te moeten inwilligen, hoewel ze de
billijkheid van dat presentiegeld moest erkennen.
Evenzoo werd afgewezen een verzoek van de Commissie
uit de 3e Afdeeling, die instemming verlangde met een adres
om invoering van Art. 29 der Leerplichtwet. Wel wenschte
de Commissie zoo noodig inmenging der Politie, maar
alleen dan als de betrokken ouders dit verlangen.
In de vacature-Krul werd den 30en Augustus voorzien
door de installatie van het nieuwbenoemde lid, den heer
P. Baretta, Ambtenaar bij het Hoofdbestuur der Posterijen
en Telegrafie
Met genoegen wijst de Commissie wederom op de mede
werking door haar ondervonden van H.H. Hoofden van
Scholen, die steeds op verzoek van haar Secretaris inlich
tingen gaven over de verzuimen van de aan hun school
verbonden leerlingen.
Ten slotte bericht U de Commissie, dat in haar samen
komst van 26 April haar voorzitter en haar secretaris in
hun functiën werden gecontinueerd.