25
leerlingen, dat zich daaraan wijdt, de zoogenaamde electri-
ciens, bijzonder toe.
In de Afdeeling Kunstnijverheid werd, op voorstel van den
hoofdleeraar, een cursus in het schetsen naar levend model
opgericht, opdat de verst gevorderde leerlingen zich zouden
kunnen oefenen in het vlug en los schetsen van allerlei
standen voor decoratie-doeleinden. Aanvankelijk vond deze
klasse bij een zevental vrouwelijke leerlingen bijval.
Voor zoover het verkregen Rijdssubsidie en de daarmede
gepaard gaande verhooging der provinciale bijdrage de
- Academie daartoe in staat stelde, hebben bestuurders zich
beijverd, die verbeteringen aan te brengen, welke het meest
in hun bereik waren. Met het aanschaffen van nieuwe leer
middelen gaat de Academie geleidelijk voort, terwijl zij tevens
haar inventaris uitbreidt en verbetert.
Ofschoon het aantal leerlingen niet zoo buitengemeen toe
neemt, doet zich toch het gebrek aan ruimte in den winter-
avondcursus meer en meer gevoelen.
In eene stad als ’s-Gravenhage, wier bevolking steeds
grooter wordt, zal ook het cijfer der leerlingen voortdurend
aanwassen. De Raad van Bestuur heeft derhalve nagegaan,
op welke wijze in die steeds toenemende behoefte aan ruimte
zou kunnen voorzien worden. Daartoe is het academieterrein
opgenomen en is men tot de conclusie gekomen, dat er voldoende
gelegenheid om te bouwen is. Door den stal van het belen
dend huis tot teekenlokalen in te richten en voorts in den
tuin een gebouw van twee verdiepingen te plaatsen, dat vier
lokalen zou verschaffen, zou voorloopig aan de behoeften
voldaan zijn. In eene missive aan B. en W. van ’s-Graven
hage, van den 26sten Mei 1904, heeft de Raad van Bestuur
dat bouwplan, door een avant-projet begeleid, nader uiteen
gezet.
De Raad ontveinst zich echter niet, dat dergelijke verbou
wing toch slechts tydelijke hulp zal verleenen, en vraagt
zich ernstig af: of het niet verstandiger en voordeeliger zou
wezen, een geheel nieuw gebouw op te richten, beantwoor
dende aan alle eischen, dan wel voortdurend te lappen en
stukken aan te plakken, die, zoo goed en kwaad als ’t kan.
tegemoet komen aan hetgeen verlangd wordt. Hoe het zij,
de tegenwoordige toestand is onhoudbaar. Wanneer men
verplicht is, gelijk nu. verscheidene klassen in ééne ruimte
bijeen te houden, in plaats van elke klasse zooveel mogelijk
in een afzonderlijk vertrek in te deelen. opdat de leeraar
gelegenheid hebbe zijn leerlingen mondelinge mededeelingen
te doen, dan geldt dat als een groot bezwaar tegen de be
staande lokaliteit. Wie in den afgeloopen winter de Academie
des avonds bezocht, heeft zich kunnen overtuigen, dat al de
2
VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.