I I I I 25 i 5 ■I gevolgd; tijdens den zomercursus was deze afdeeling uit 66 vrouwelijke en 28 mannelijke leerlingen samengesteld. Aan den dagcursus in kunstnijverheidsvakken namen des winters 10 vrouwelijke en 22 mannelijke leerlingen deel voor den zomercursus wijzigde zich dit aantal in 6 vrouwe lijke en 10 mannelijke leerlingen. De vermindering van leer lingen, tijdens den zomercursus, is in deze afdeeling een gewoon verschijnsel; verscheidene jeugdige kunstnijveren verbinden zich des zomers tijdelijk bij patroons, en komen tegen den winter weder naar den dagcursus terug. De namiddagcursus in handteekenen op Woensdag en Zaterdag, die vroeger zoo bloeide, geraakt aan het kwijnen en bestond ditmaal slechts uit 18 vrouwelijke en 8 manne lijke leerlingen. Het cijfer der leerlingen in den namiddag cursus wijzigde zich voor den zomer in 10 vrouwelijke en 5 mannelijke. De zomerochtendcursus bevatte 20 leerlingen. In de eerste klasse van afdeeling A (Bouwkundige teeke- naars en timmerlieden), waarin alle leerlingen, onverschillig welk vak zij beoefenen of in de toekomst wenschen uit te oefenen, aanvangen, werd onderwijs gegeven aan 195 leer lingen in 7 parallel-klassen. Door 178 leerlingen werd deelgenomen in 8 parallel-klassen aan het wandplaatteekenen. In de 2® en 3e klasse Bouwkunde oefenden zich respec tievelijk 24, 21, 18 en 19 leerlingen. De klassen 4 en 5 be vatten respectievelijk 27 en 17 leerlingen. In de klasse VI waren 22 a.s. bouwkundigen vereenigd, terwijl de klassen 7 en 8 resp. door 16 en 10 leerlingen werden gevolgd. Aan het vakteekenen in de 2® klasse werd deelgenomen respectievelijk door 19, 18, 19 en 17 leerlingen. In de 3® en 4® klasse respectievelijk door 25, 23, 19 en 20 leerlingen. De afzonderlijke afdeeling voor meubelmakers bestond uit 21 leerlingen. Voor 16 decoratieschilders was één klasse ingericht; in de 4”, 5e, 6®, 7° en 8® klasse werd aan 74 leerlingen, in verband met hun vak, onderricbt verstrekt. Naar platte en gebogen blokken oefenden zich 21 leerlingen. Aan het teekenen naar pleister-ornament en stilleven waren in de 3®, 4®, 5® en 6® klasse van afdeeling K 55 leerlingen bezig. Naar het groot-pleister-ornament oefenden zich in afdeeling V 5 vrouwelpke en 8 mannelijke leerlingenin de 6® en 7® afdeeling respectievelijk 8 vrouwelijke en 8 mannel. leerlingen- In de klasse klein-pleister waren respectievelijk 10, 7 en 10 leerlingen. Aan het teekenen naar het antiek-pleister namen 22 leerlingen deel. :Si VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 614