I i By lage 26 ’s-Gravenhage, 21 Februari 1905. VERSLAG van het Burgerlijk Armbestuur over het dienstjaar 1904. Ter voldoening aan het Voorschrift, vervat in artikel 26 der Verordening van 13 October 1880 (Verz. 506), heeft het Burgerlijk Armbestuur de eer den Gemeenteraad het vol gende verslag aan te bieden betreffende zijne werkzaamheden in het afgeloopen dienstjaar 1904. De Commissie, in wier samenstelling geen verandering plaats had, bestond uit de heeren: Voorzitter: de Wethouder G. de Wijs en de Raadsleden: A. J. C. Baron van Pallandt van Neerijnen, A. Hoogenraad, W. J. van Sandick en Mr. M. J. C. M. Kolkman. In het personeel der ambtenaren hadden de navolgende mutatiën plaats: Bij Raadsbesluit van 21 Maart 1904 werd aan den heer W. J. Bolderman, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 April d.a.v., eervol ontslag verleend uit zijne betrek king als secretaris-boekhouder, onder dankbetuiging voor de uitstekende, trouwe en langdurige diensten door hem aan de gemeente bewezen. In zijn plaats werd bij Raadsbesluit van 28 Maart 1904, met ingang van 1 April d.a.v., op een aanvangsjaarwedde van f 2400 benoemd J. van Nassau, sedert 1 November 1897 als adjunct-secretaris werkzaam. Ter vervulling van de hierdoor ontstaande vacature van adjunct-secretaris werd door den Gemeenteraad bij besluit van 11 April 1904, met ingang van 1 April t. v., op een aanvangssalaris van f 1400 benoemd A. Jacobsen, sedert 1 October 1893 als armenopzichter werkzaam, terwijl bij besluit van Burgemeester en Wethouders, d.d. 3/6 Mei 1904, met ingang van 1 Juni d.a.v., tot armenopzichter voor den tijd van drie jaren op een aanvangssalaris van f750 werd benoemd P. Veldhoen, gepensionneerd sergeant-majoor van het Regiment Grenadiers en Jagers.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 623