30 der Eene nadere vermelding van de hoeveelheden voedsel die, in de eerste maanden van het jaar, nog werden verstrekt ten behoeve van de arme schoolkinderen, wordt dezerzijds overbodig geacht, zoodat hieronder uitsluitend volgt het eigenlijke debiet in 1904: meer van de verschillende scholen naar de lokalen Volksgaarkeukens behoefden te worden geleid. Tegelijkertijd met deze wijziging heeft het Bestuur van genoemde Vereeniging gemeend, ook wat de voeding zelve betreft, met de Volksgaarkeukens te moeten breken, althans in den afgeloopen winter werd het voedsel verstrekt door het Volkskosthuis in de Assendelfstraat. Vooral dit laatste besluit wekte bij ons Bestuur, om de navolgende redenen, bevreemding: Toen vóór ruim twintig jaren eene Commissie zich tot taak had gesteld aan arme schoolkinderen een goed middag maal te bezorgen, stuitte zij bij de oprichting op groote bezwaren en werd de medewerking ingeroepen van het Bestuur der 's-Gravenhaagsche Volksgaarkeukens, die de zaak steunde door het verschaffen van lokalen, inventaris, enz., en alzoo, met beduidende geldelijke opofferingen, het welslagen bevorderde. Het ging niet aan om de schoolkinderen te plaatsen in de lokalen, die de eigenlijke Volksgaarkeukens uitmaken, vooral ook omdat zij in het zoogenaamde middaguur gevoed moesten worden en dit uur juist voor den werkman „schaft tijd” is. Daarom werden aan beide Keukens, vroeger ver huurde lokalen, voor dit doel ingericht in de Torenstraat gelijkvloers, aan den Stationsweg op de 2e verdieping tafels, banken en de geheele inventaris aangeschaft en zóó werden die lokalen, in het belang van eene goede zaak, kosteloos aangeboden en dankbaar aanvaard. De spijzen, sedert de oprichting verstrekt, en in de laatste jaren toebereid volgens een hygiënisch voorschrift der Kook school, gaven noch wat de bereiding noch wat de hoeveel heid betreft ooit aanleiding tot eenige klacht; slechts in de laatste twee jaren werden opmerkingen gemaakt over mindere zindelijkheid bij het opdienen van het voedsel, en de wen- schelijkheid geuit, dat de tafels gedekt zouden worden met tafellakens van linnen of wasdoek. Ons Bestuur heeft ge meend niet met dezen overdreven eisch te moeten meegaan en zich, bij herhaald toezicht, overtuigd van de ongegrond heid der klacht over mindere zindelijkheid. Ons Bestuur ziet intusschen, met belangstelling voor de arme schoolkinderen, den uitslag van deze veranderingen tegemoet. 2 VERSLAG VOLKSGAARKEUKENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 643