32
Commissarissen der Bank van Leening,
J. Simons, Voorzitter,
C. P. J. A. D. v. d. Bergh, Secretaris.
antwoording van eenigen hunner en maakte die meer in
overeenstemming met veranderde toestanden.
In Februari dezes jaars kwam er verandering in het
College van Commissarissen, doordat aan den Voorzitter
Jhr. Mr. O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf op zijn verzoek
by Raadsbesluit van 15 Februari eervol ontslag als Com
missaris der Bank werd verleend, met dankbetuiging voor
de door hem als zoodanig aan de Bank bewezen diensten.
In die betrekking was hij circa 15 jaren met ijver en nauw
gezetheid werkzaam, terwijl zijne voorlichting en medewer
king steeds meer werden op prijs gesteld.
In de Raadsvergadering van 22 Februari werd in de va
cature voorzien door de benoeming van den nieuw opgetreden
Wethouder van Financiën den Heer J. Simons, die, daartoe
in de vergadering van Commissarissen van den 25 Febr.
uitgenoodigd, zich bereid verklaarde het Voorzitterschap
waar te nemen.
Aan den Directeur der Bank den heer Th. J. Zandvliet,
die van een acht-en-veertig-jarigen diensttijd meer dan
twintig jaren met zeer veel toewijding de betrekking van
Directeur bekleedde, werd op zijn verzoek met ingang van
1 Mei 1904 op de meest eervolle wijze ontslag verleend bij
besluit van den Gemeenteraad van 25 Januari tevoren.
Volgens de voordracht van Commissarissen kende de
Gemeenteraad, bij besluit van den 22en Februari hem een
pensioen toe van f2029.— ’s jaars.
In laatstgenoemde vergadering werd tevens in de vacature
van Directeur der Bank voorzien, door de benoeming van
den heer C. P. J. A D. v. d. Bergh, vanaf het jaar 1871 bij
de Bank werkzaam en sedert 1895 als kassier.
6
VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.