I
f
d
1
II
o
I!
Bfllage 33
Ter voldoening aan Art. 10 der Statuten heb ik de eer
het volgend verslag uit te brengen van den toestand van
het Genootschap over 1904.
VERSLAG van den toestand van het Koninklijk
Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage,
over het jaar 1904.
r
iii
Vorstelijk bezoek. Den 29en Februari werd het Genootschap
vereerd door een bezoek van Hare Majesteit de Koningin-
Moedèr in gezelschap van Hunne Koninklijke Hoogheden
den Vorst en de Vorstin van Waldeck Pyrmont en Hoogst-
derzelver Dochter, en op den 8en April door een bezoek van
Hare Doorluchtige Hoogheid de Prinses van Bentheim, in
gezelschap eener Hofdame.
Gebouwen. Evenals ten vorigen jare laten de werkzaam
heden aan de gebouwen zich splitsen in gewoon en buiten
gewoon onderhoud.
Het gewoon onderhoud bepaalde zich in hoofdzaak tot
verfwerk en eenige noodzakelijke herstellingen zooals: het
repareeren en verven van 30 stel jalouzieën voor het Directie-
gebouw en de hortulanuswoning; het verven en vergulden
van de hoofdhekken met de daarbij behoorende lantaarns,
binnenhokken en beide loges; het herstellen, geheel van
buiten en gedeeltelijk van binnen verven van het gebouw
voor de kegelbanen; het parafineeren van de buiten- en
binnenhekwerken van den winterstal en het verblijf der
Lama’s; het repareeren van het hok voor de kalkoenen;
het aanbrengen en verven van gegolfd ijzer aan het buitenhek
langs de kinderspeelplaats; het maken van nieuwe houten
en ijzeren tabletten in den koepel en den achtersten vleugel
van de serre; het oververven van de bovengaanderijen, de
trapgaten, het orkest en een gedeelte van de concertzaal;
het gedeeltelijk behangen en verven van de pachterswoning;
het aanbrengen van nieuwe leuningen aan de rustieke brug;
het carbollineeren van de loodsen en teeren der asphaltdaken
op de buiten veranda’s, loodsen en dierenverblijven, zoomede
eenige werkzaamheden en herstellingen aan de kooien in de
inlandsche vogelzaal, welke laatste weder in gebruik kon