36 o B. a. L Album getiteld „Schetzen naar Schilderijen en Teekeningen. Maaneschijn” van J. Th. Abels. In band. 1836. Hierbij kunnen nog worden genoemd -, een bundel stukken betreffende de familie van Os-Abeis. Boven een der brieven (niet gedagteekend) van P. G. van Os „eene penteekening” van dien schilder, hem voorstellende als schrijvende aan zijne verloofde Betje (Mejuffrouw E. C.) Loncq te ’s-Gravenhage. Drie getuigschriften van verdienste met de bekroning dooi de gouden medaille uitgereikt door de Maatschappij Felix Mentis’ te Amsterdam aan P. J. van Os, 14 December 1808; G. J. J. van Os, 20 December 1809; en P. G. van Os te ’sGraveland 11 December 1811. Perkament. .,Twee hondekoppen”. Teekening in rood en zwart krijt, gemerkt P. F. van Os. In lijst achter glas. Afgestaan aan de Gemeente door den Minister van Water staat. Handel en Nijverheid: Tolboom en Tariefbord van den voormaligen tol aan den Loosduinschen weg bij de Beeklaan. Teruggegeven werd aan de Erfgenamen van den uitleener, wijlen den heer James de Fremery te ’s Gravenzande, de in bruikleen afgestane schilderij catalogus No. 261. „Een vendel Haagsche schutters op het strand bij vertrek der Koningin van Engeland in 1643”. (P. Lesire). Portefeuille met 34 stuks „teekeningen en aquarellen”, waarvan 31 door J. Th. Abels, 1 bloemstuk door M. M. van Os, 1 Landschapje gemerkt v. Os; 1 Landschapje, gemerkt P. F. van Os. Verzameling voorwerpen van Geschiedenis en Kunst. Aankoopen. Wapenbord der familie van Reverhorst; paneel in lyst; vermoedelijk de kwartierstaat van Joost of van Johan van Reverhorst, de eerste werd geboren 26 Augustus 1708, de tweede 24 September 1713, beiden zoons van Dr. Maurits van Reverhorst en Emerentia Schrevelius. Dr. M. van Reverhorst alhier overleden A°. 1722 had grooten naam als Doctor med.ae Prof. Anatomise et Chirurgise. Reeds in 1660—1669 was een Barth, van Reverhorst, regent van het Dol- en Pesthuys hier ter stede. b. Geschenken. 6 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM. i I'

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 701