36 16 1 Deze munten werden opgegraven bij de werkzaamheden der demping van het Spui tusschen Schedeldoekshaven en Ammunitiehaven (met den dolk vermeld onder voorwerpen) ter diepte van 1.30— D. P. Aard van het gebruik door het publiek en kunstenaars van het museum gemaakt. Het Museum werd bezocht door 13965 personen tegen 15249 in 1903 en 12750 in 1902. Wegens het verrichten van verschillende werkzaamheden, zoo tot onderhoud van het gebouw als tot verdoeken van schilderijen en het rangschikken van de gelegateerde ver zameling Delftsch Aardewerk, waren sommige zalen tijdelijk voor het publiek niet toegankelijk. Dat dit invloed oefende op het bezoek aan het Museum ligt voor de hand. Gesloten waren de zaal voor Moderne Kunst van 4 Januari 1 Februari, die voor Oude Kunst van 4 Januari2 Mei, het daarnaast liggend vertrek van 4 Januari—15 Februari, de groote beneden- - zaal van 21 September-10 October, de benedenzalen aan het Tournooiveld van 21 September tot 21 October. Tal van verzoeken om verlof tot copieeren of photogra- pheeren naar schilderijen konden ingewilligd worden. Ten behoeve eener tentoonstelling van werken van wijlen P. J. C. Gabriel gehouden in het gebouw „Pulchri Studio" alhier, gedurende de maand Februari 1904, werd verzocht in bruikleen af te staan de schilderij „In de Kamper Veenderij” tot inwilliging van dat verzoek konden wij niet medewerken. Maatregelen wenschelijk te achten in het belang van het Museum. Het verschaffen van voldoende ruimte om de schilderijen en voorwerpen naar behooren te kunnen tentoonstellen is een zoo gebiedende eisch der noodzakelijkheid, dat daarop nauwelyks behoeft te worden gewezen. Met zeer veel vol doening werd dan ook kennis genomen van Uw schrijven van 19 December, waarin ons oordeel werd gevraagd over vermoedelijk te verkrijgen terrein, waarop een nieuw Museum- gebouw zou kunnen worden gesticht. In het volgend jaar verslag hopen wij te kunnen vermelden dat met den bouw is aangevangen. VERSLAG GEMEENTEMUSEUM.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 711