r 37 'i. De eerste der hierbedoelde branden had plaats op den 6en Mei in de Weststraat te Scheveningen op het terrein van den reeder De Mos. Vermoedelijk ontstaan door het broeien van vischnetten. nam deze brand zoo snel toe, dat, vóórdat de noodige slangen uitgeloopen en de eerste brandkraan in werking gesteld was, een houten loods vol brandbare stoffen reeds aangetast was. Toen bovendien bleek, dat de water leiding nagenoeg geen druk gaf, kon met blusschen geen aanvang gemaakt worden, vóórdat de inmiddels ontboden stoomspuiten aanwezig en in werking gesteld waren wat geruimen tijd vorderde wegens gebrek aan paarden, zoowel voor de stoomspuit te Scheveningen als voor die uit het Centraal station in den Haag. Voor eerst genoemde stoom spuit zijn toch in het geheel geen paaiden aanwezig, zij moest dan ook door middel van eigen personeel met behulp van eenige burgers op het terrein gebracht worden, terwijl voor de stoomspuit uit het Centraal Station eerst paarden bij een nabij wonenden huurkoetsier gehaald moesten worden, omdat van de vier daar aanwezige paarden reeds twee met slangenwagens en één met de coupé van den Commandant uitgerukt waren. De brand was in dien tusschentijd, aangewakkerd door een vrij stevige bries, reeds op meerdere nabijgelegen houten loodsen, alle vol brandbare stoffen, overgeslagen en had daardoor zoodanige uitbreiding verkregen, dat gerechte vrees ontstond voor een groote ramp. Deze vrees werd gelukkig, dank zij het gaan liggen van den wind en de goede diensten der op de waterleiding werkende stoomspuiten, niet be waarheid. De brand, ten 4 uur 50 minuten des morgens gemeld, was ten 8 uur zoover bedwongen, dat kans op verdere uitbreiding buitengesloten was; toch waren reeds verscheidene getimmerten, staande op eene oppervlakte van 200 M-., in dat tijdsverloop in vlammen opgegaan. Bij deze gelegenheid is gebleken, dat niet ten allen tijde op eene ongestoorde werking der duinwaterleiding gerekend mag worden. Ditmaal was, zooals later bleek, het groote tekort aan druk in de waterleiding te wijten aan het sprin gen van een hoofdbuis. De tweede der bedoelde branden brak op den 24sten Aug. uit in de lompenbewaarplaats van de firma Oudshoorn aan de Brouwersgracht gelegen, en werd ten 5 uur 19 minuten des voormiddags gemeld. Bij aankomst der brandweer bleek de brand te woeden in het gelijkstraats gelegen magazijn. Voordat echter de eerste stralen der waterleiding aangebracht konden worden, was de brand reeds overgeslagen op de eerste verdieping. o VERSLAG BRANDWEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 716