39 y 8 In een ander geval (bouw van een groep woningen achter de Noorderbeekstraat en de Beeklaan) werd gunstig gead viseerd, nadat de plannen in overleg met de Commissie belangrijk gewijzigd waren, zoodat er veel meer gelegenheid tot toetreding van licht en lucht voor de te bouwen wonin gen zoude komen. Aangaande een plan tot bouwen van een werkplaats achter de rooilijnen van Regentesselaan en de Gheynstraat werd gunstig geadviseerd, wanneer, behalve dat het gebouw nim mer voor woning zou worden ingericht, óók gewaarborgd kon worden, dat nimmer, door verbouwing of verhooging van de werkplaats, de toestand voor de omliggende woningen ongunstiger zoude worden. Met hetzelfde voorbehoud werd gunstig advies uitgebracht omtrent een plan tot het bouwen van 9 pakhuizen achter de Binckhorststraat. Ongunstig luidde het advies der Commissie omtrent een plan tot het bouwen van een hooge werkplaats achter de rooilijn van de Kat wijkstraat, omdat de Commissie van meening was, dat de toetreding van licht en lucht in de reeds bestaande en nog te bouwen woningen langs de Kat- wijkstraat en de Rotterdamsche straat daardoor zeer zou worden belemmerd. In afwijking van ons advies werd de dispensatie door den Gemeenteraad verleend. Het zesde geval betrof den bouw van een stal achter de Rademakers Cacaofabriek. Burgemeester en Wethouders waren blijkbaar van meening, dat voor dien bouw de dispen satie van den raad noodig was, omdat de stal op meer dan 10 M. van de rooilijn der, op dat oogenblik naastbijgelegen, straat zoude komen te liggen. Onze Commissie meende omtrent die zaak geen advies te kunnen uitbrengen. Het was toch duidelijk, dat slechts door het ontbreken van een plan tot uitbreiding aan die zijde van de stad, de stal voor- loopig kon worden beschouwd als komende op meer dan 10 M. achter de rooilijn van de door Burgemeester en Wet houders klaarblijkelijk bedoelde straat (de uiterste straat tot dusver aangelegd), maar dat de stal, indien een plan van uitbreiding aan die zijde werd ontworpen, zou komen te liggen, óf op minder dan 10 M. afstand van een der nieuwe straten, óf midden in een, door de nieuwe straten gevoimd, bouwblok. In het laatste geval zoude de stal wellicht hinderlijk zijn voor een goede toetreding van licht en lucht tot de achterzijde van de aan die straten te bouwen woningen, welker bouw, als geschiedende aan de rooilijn, niettemin niet zoude kunnen worden verhinderd. De Commissie meende mitsdien, alvorens te kunnen adviseeren, in kennis te moeten worden gesteld met het wellicht reeds ontworpen uitbreidings plan aan die zijde van de stad. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 783