39
9
B. Systematisch woningonderzoek.
I
Ten vervolge op hetgeen in het vorig verslag omtrent deze
zaak voorkwam kan het volgende worden medegedeeld.
In Februari werd door de Sub-Commissie voor deze aan
gelegenheid verslag uitgebracht omtrent het in 1903 gehouden
onderzoek in een gedeelte van de stad en een gedeelte van
Scheveningen. By dat rapport waren gevoegd een reeks
statistische tabellen getrokken uit de registers en vragen
lijsten.
Besloten werd deze tabellen te doen drukken, daarvan
exemplaren te zenden aan de leden van den Gemeenteraad
en tevens afdrukken voor het publiek verkrijgbaar te stellen.
Aan haar verslag voegde de Sub-Commissie voorstellen
omtrent de voortzetting van het werk toe. welke gegrond
waren op de opgedane ondervinding. De Commissie zich met
deze voorstellen vereenigende, besloot, dat het onderzoek
voorshands zoude worden voortgezet met ééne ploeg, be
staande uit twee personen, die zich geheel aan het werk
zouden wyden en aan wie het vooruitzicht zoude worden
geopend op voortzetting van het werk gedurende twee jaren
voorts dat een vast bureelbeambte zoude worden aangesteld,
die op het bureel van den Secretaris onder diens toezicht de
vragenlijsten zoude uitwerken en overbrengen in registers,
alsmede den Secretaris bij het bewerken van de statistische
tabellen behulpzaam zoude zijn; dat aan de Sub-Commissie
Op den lston December zonden Burgemeester en Wet
houders, ter voldoening aan art. 79 al. 2 der gewijzigde
Onteigeningswet, aan de Commissie ter behandeling het ver
zoek van de Vereeniging „Volkswoningen” om onteiging ten
haren behoeve van een aantal perceelen aan de Bezemstraat
en achter de Gedempte Gracht en de St. Jacobsstraat gelegen.
Vermits de onteigeningsplannen van de Vereeniging, wiet het
verslag der Commissie omtrent den toestand van de in die
perceelen gelegen woningen, ingevolge art. 80 der Wet vóél
den l5ten Januari ter» visie behoorden te worden gelegd,
werd dit rapport den 27stenDecember vastgesteld en den 31sten
verzonden. De Commissie meent er op te moeten wijzen,
dat, kostte het in dit geval reeds veel inspanning om binnen
een maand het vereischte rapport uit te brengen, wat noodig
was om Burgemeester en Wethouders tot het naleven van
de wettelijke termijnen in staat te stellen, een zóó spoedige
afdoening, wanneer een onteigeningsplan van nog grooter
omvang mocht zyn, onmogelijk mag heeten en wijziging
van de bepalingen van artt. 79 en 80 der genoemde Wet
op dien grond wel wenschelijk is.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.