39
15
of uitbouwen vervuild was, werd aangedrongen op maatregelen
daartegen, bestaande, öf in uitgraven tot op het grondwater
en aanvulling met schoon zand, öf in het aanbrengen van
twee platte lagen, waarvan de bovenste van harde klinkers
in de portland cement en overdekt met een laag cement.
Wanneer groote herstellingen aan rioleeringen of beerputten
noodig waren, werd steeds aangedrongen op het doen ver
vallen van de beerput en het aanbrengen van een recht-
streeksche loozing van de privaten enz. op het gemeenteriool,
liefst door ijzeren buizen. Ook werd steeds aangedrongen op
het maken van meerdere verbindingen met het gemeenteriool,
wanneer verschillende perceelen slechts ééne gezamenlijke
loozing haddengemeene loozingen toch zijn een voortdurende
bron van misstanden en van geschillen tusschen de eigenaars
der betrokken perceelen.
In zake onbewoonbaarverklaring valt nog te vermelden
Het voorstel van de Commissie tot onbewoonbaarverklaring
van de perceelen Breedstraat 11-15 vond bij Burgemeester
en Wethouders geen steun, zoodat dit College aan den Raad
voorstelde niet tot onbewoonbaarverklaring over te gaan. Dit
oordeel van Burgemeester en Wethouders berustte klaar
blijkelijk op het advies van de Bouwpolitie, die de woningen
uit technisch oogpunt wel voor verbetering vatbaar achtte
en de toetreding van licht en lucht, voor zooverre zij daar
over meende te kunnen oordeelen niet zoo slecht achtte als
de Commissie.
De Gemeenteraad vereenigde zich intusschen niet met dit
voorstel van Burgemeester en Wethouders doch nam, zij het
met geringe meerderheid, een tegen-voorstel van den heer
Mr. Kolkman aan om de woningen wèl onbewoonbaar te
verklaren.
Tegen dit Raadsbesluit kwam de eigenaar der perceelen
bij Gedeputeerde Staten in beroep, welk College het besluit
van den Raad vernietigde bij zijne beslissing van 28 Mei,
welke als volgt werd gemotiveerd
„Overwegende dat de Gezondheidscommissie te ’s-Graven-
hage tot Burgemeester en Wethouders het verzoek heeft
gericht bovenbedoelde perceelen onbewoonbaar te verklaren,
eensdeels op grond van de ligging daarvan in een slop,
waarvan de overdekte toegang nog geen meter breed is en
dat vóór de gevels van de huisjes slechts ongeveer 1.90 M.
breed is, anderdeels op grond van den slechten toestand,
waarin die woningen verkeeren,
„Overwegende dat Burgemeester en Wethouders in hun
praeadvies aan den Raad mededeelen, dat wat het eerste
bezwaar betreft, de toetreding van licht en lucht niet zóó
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.