39 19 Terecht heeft dan ook de woningwetgever ingezien, dat de afkeuring van krotten vaak niet mogelijk zoude zijn zonder dat de verdreven bewoners eene tegemoetkoming ontvangen in de kosten van de voorziening in hunne huisvesting. (Art. 82&). „Wellicht bedoelen Gedeputeerde Staten met hunne over weging, dat slechts dan zonder bezwaar tot afkeuring van onvoldoende woningen kan worden overgegaan, als er door, of met finantieelen steun van, de Overheid behoorlijke woningen voor denzelfden prijs, als waarvoor krotten ver huurd worden, beschikbaar zijn gesteld. Daartegen valt dan evenwel, naar de Commissie meent, op te merken, dat het beschikbaar stellen van woningen beneden den werkelijken prijs slechts één der vormen is, waarin men de uit krotten verdreven bewoners in de kosten van hun huisvesting kan tegemoetkomen en dat er geen enkele reden is waarom het afkeuren van woningen eerst mag geschieden, wanneer deze vorm van steun aan de onthuisden kan worden gekozen en niet wanneer de bewoners (zoo zulks inderdaad noodig mocht blijken) kunnen geholpen worden door aan particuliere huis eigenaars dat deel van den huurprijs van Overheidswege te voldoen, dat de verdreven bewoners ónmogelijk zelf bekostigen kunnen. „Wanneer in eene buurt op groote schaal woningen worden afgekeurd en verwijderd dan is zeker het bouwen en, zoo veel noodig, beneden den werkelijken prijs beschikbaar stellen van woningen voor de onbehuisden de beste vorm om hun tegemoet te komen in de kosten van hun huisvesting. Wan neer echter nog slechts een klein aantal verspreide woningen is afgekeurd, dan kan wanneer gelijk in casu geen abso luut gemis aan kleine woningen is veilig worden afge wacht, of de bewoners na het verstrijken van den termijn voor de ontruiming inderdaad niet in staat zijn zelve in hun huisvesting te voorzien, in welk geval de Overheid hen door het betalen van een gedeelte van den huurprijs kan bijstaan. „De Commissie mag voorts niet nalaten er op te wijzen, dat het beginsel van Gedeputeerde Staten tot onbillijkheden moet leiden; immers, wanneer straks onbewoonbaarver- klaring wordt gevraagd van woningen in nauwe gangen in een omgeving, waar een Vereeniging bezig is werkmans woningen te bouwen, die zij aan onthuisden zoo noodig beneden den werkelijken prijs zal verhuren, dan zal het College van Gedeputeerde Staten blijkens de bestreden over weging, over, wellicht minder slechte, woningen het ver- oordeelend vonnis vellen, dat het thans over de woningen in de Breedstraat weigerde uit te spreken, en verschillende eigenaars van woningen in dezelfde gemeente worden dan, VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 794