39 24 Toen in de tweede helft van November verschillende typhusgevallen werden aangegeven is dit onderzoek inge steld. Daarbij bleek reeds spoedig: dat in drie gevallen (ge zinnen) door de lijders melk was gebruikt van twee melk- verkoopers, die van een zelfden veehouder te Loosduinen melk betrokken, in drie andere gevallen melk van één melkverkooper, die van een anderen veehouder te Loosduinen zijn melk betrok, en eindelijk dat door verschillende lijders ongekookte melk was gebruikt door een melkhandelaar te Rijswijk geleverd. Vooral bij dezen laatsten - en eventueel bij zijn leveran ciers scheen een onmiddellijk onderzoek gewenscht. Door bemiddeling, deels van het Staatstoezicht op de Volksgezond heid, deels van den Voorzitter der Gezondheidscommissie te Naaldwijk, die te Rijswijk woonachtig is, werden monsters van water uit de twee pompen van dien melkhandelaar onderzocht terwijl hem inmiddels waterleidingwater door het gemeentebestuur van Rijswyk werd verstrekt en er bij zijn 4 leveranciers van zoete melk op werd aangedrongen hun vaatwerk slechts met gekookt water te reinigen. Toen het chemisch en bacteriologisch onderzoek van het water had aangetoond, dat dit van zeer ongewenschte hoe danigheid was, werd met goedvinden van den eigenaar de eene pomp gesloten en de andere onbruikbaar gemaakt voor andere doeleinden dan straatschrobbenvoorts werd alle vaatwerk van den betrokken melkleverancier met stoom ontsmet. Mede werd het water onderzocht en het vaatwerk ontsmet van de beide veehouders te Loosduinen onder wier klanten zich echter inmiddels geen nieuwe typhusgevallen voordeden. Dat de melk van den melkhandelaar te Ryswyk inderdaad hoogst waarschijnlijk een voorname bron van besmetting was geweest, blijkt wel uit het feit, dat in 31 van de 35 gezinnen, in welke tusschen 26 November en 21 December febris typhoïdea werd geconstateerd, ongekookte melk van dien leverancier was gebruikt en zulks in verschillende vér uiteenliggende deelen van de stad. En dat de genomen maatregelen inderdaad nut hebben gehad mag worden ge concludeerd uit de omstandigheid, dat er na den 21en dag volgenden op dien op welken de melkleverancier (die zich inmiddels aan de waterleiding heeft doen aansluiten) het gebruik van het water zijner pompen heeft gestaakt, geen geval van typhus meer is geconstateerd onder zyne klanten. Slechts een paar sporadische gevallen van typhus deden zich na 23 December en in het begin dezes jaars nog voor. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 797