i
i
j
Btflage 41
I
-
VERSLAG 1903—1904 tan de Vereeniging
„Kinderkleeding
Het afgeloopen jaar was in vele opzichten merkwaardig
voor de Vereeniging. In ’t vorige jaarverslag, uitgebracht in
de Algemeene Vergadering van 20 Mei 1903. schreef ik, dat
ons adres, den 5den December 1902 aan den Raad verzonden,
nog steeds op behandeling wachtte en sprak de hoop uit, dat in
’t volgende jaarverslag eene gunstige beschikking kon worden
vermeld.
Die hoop is niet geheel verwezenlijkt, maar onze kansen
staan toch goed, dank zij den gewaardeerden steun van ver
schillende zijden en onze eigene werkzaamheid. Daarom een
stukje geschiedenis. In begin Juni 1903 zou de Raad behan
delen het preadvies van Burgemeester en Wethouders op ons
verzoek, daarin werd voorgesteld afwijzend te beschikken en
aan te nemen het advies van het Burgerlijk Armbestuur, om
aan dit college het verstrekken van kleederen en schoeisel
op te dragen voor de leerlingen, die daaraan behoefte hadden.
De Raad nam geen beslissing, maar vereenigde zich met het
voorstel van een der leden, om ook advies te vragen aan de
Plaatselijke Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs.
Het Bestuur vergaderde den 14n Juni en besloot een adres
aan den Raad te richten ter weerlegging van 't advies van
het Burgerlijk Armbestuur, welk adres den 30n dier maand
werd verzonden.
Daarna werden door de heeren Van der Toorn c. s. (zijnde
deheeren Edersheim, Pehn, Van Pijlen en De Wilde) de bekende
voorstellen ingediend om onze Vereeniging wel subsidie te
geven, indien de Statuten werden gewijzigd in dien zin, dat
zij hare zorg voortaan ook uitstrekke over de bijzondere
scholen, dat in ’t Bestuur ook voorstanders van het bijzonder
onderwijs zouden worden opgenomen en dat zij zich verbond
ten aanzien van het verstrekken van schoeisel en kleeding
niet af te wijken van de daarop betrekking hebbende artikelen
van het Koninklijk besluit van 19 November 1900. Omdat die
voorstellen waren onderteekend door personen van verschil
lende politieke richting en het Bestuur meende te mogen
verwachten dat er kans bestond dat ze zouden worden aan-