86
en de Schenk, behoorende tot het bij Raadsbesluit van
16 October 1900 goedgekeurde en bij Raadsbesluit van
12 October 1903 gewijzigde stratenplan op de terreinen
van de Algemeene ‘s-Gravenhaagsche Bouwgrond-
Maatschappij. Het werk werd aanbesteed den 25en
Augustus.
De gewijzigde richting van genoemde straatgedeelte
was noodig, ten einde eene goede aansluiting te verkrijgen
met de hoofdstraat van het ten Z. O. van de Schenk
onder de Gemeente Voorburg liggende stratenplan van
de Maatschappij ,,’s-GravenhageVoorburg".
In de Raadsvergadering van 13 .Juni werd besloten
tot aanleg en bestrating van de straat op het daarvoor
bij Raadsbesluit van 15 Februari 1898 bestemde gedeelte
van het Gemeenteterrein aan de Nieuwe Haven. De
rioleering van deze straat was bereids gelegd krachtens
Raadsbesluit van 29 November 1898; de aanleg en
bestrating werden aanbesteed den 27en October.
In verband met de voorgenomen verbouwing van
het St. Nicolaas Gasthuis aan de Groote Halstraat, werd
in de Raadsvergadering van 14 .Juli in beginsel besloten
om. ten einde te geraken tot verbetering van het verkeer
langs het Raadhuis, waartoe reeds in de Raadsvergadering
van 16 December 1902 het verlangen was te kennen
gegeven, die straat tot 14 M. te verbreeden.
In verband daarmede waren reeds met de betrokken
eigenaren onderhandelingen gevoerd over het eventuëel
aankoopen van de overige perceelen voor die verbreeding
en voor den aanleg van een plein tusschen Oude Mol
straat en Driehoekjes, welke onderhandelingen echter
niet tot eene bevredigende uitkomst hadden geleid.
Door den Gemeenteraad werd daarom besloten tot het
aanvragen eener onteigening van de benoodigde perceelen.
Het voorstel tot het daartoe indienen van een adres
aan de Koningin werd in de Raadsvergadering van
3 October aangenomen.
Ten behoeve van de doortrekking van de Steijnlaan
tot de De la Reijkade en van den verderen aanleg van
het Paul Krugerplein, werden in de Raadsvergadering
van 29 Augustus de noodige gronden aangewezen als
bestemd voor openbare straat. Daarbij werd besloten tot
kostelooze overname van een gedeelte dier gronden,
toebehoorende aan de Maatschappij tot Exploitatie van