198 De Academie van Beeldende Kunsten. I Onder No. 40 der bijlagen is opgenoinen een ver slag van het Haagsch Comité voor de Nationale Feesten. Wij verwijzen naar het verslag, uitgebracht door den Raad van Bestuur, opgenomen als bijlage 25. Het Bestuur der Vereeniging tot het oprichten van een Museum voor Moderne Kunst deelde ons mede, dat de vereeniging in het afgeloopen jaar 142 leden telde, te zamen contribueerende f756, en dat zij wederom den steun genoot van H. M. de Koningin-Moeder, de Ge meente en van de Genootschappen „Pulchri Studio” en „Haagsche Kunstkring”. Door het Bestuur werden in het afgeloopen jaar geen kunstwerken aangekocht. Twee schilderijen, van L. Apol en van M. ten Kate, indertijd aan de vereeniging in bruikleen afgestaan door Mevr, de Wed. G. .1. van Blommesteijn de Burlet, werden door de eigenaresse teruggenomen. Het verslag van de Commissie tan Beheer over het Gemeentemuseum wordt als No. 26 onder de bijlagen aangetroffen. In het verslag over 1905 van het Haagsch Museum van Kunstnijverheid vinden wij vermeld, dat in het Bestuur geen verandering kwam en dat het ledental vrijwel gelijk bleef aan dat van het vorig jaar. In den loop van het jaar werd het Museum 137 middagen tegen betaling toegankelijk gesteld en door 292 personen bezocht (tegen 62 in 1904). Op de 57 Zon en feestdagen, dat het Museum kosteloos voor het pu bliek open was, ontving het 950 bezoekers, dus ruim 16 per keer (tegen 13 in 1904). Het maximum-aantal bezoekers op één middag bedroeg 76, n.l. op 26 Maart bij gelegenheid van de tentoonstelling van het Brevia rium Grimani. Overigens was het maximum-aantal 65, op 21 Mei; het geringste aantal 2, op 16 Juli en 5No vember. Voor dit vermeerderde bezoek zijn drie oor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 197