204 HOOFDSTUK X. Armwezen. Van wege het Bestuur van „De Leeninrichting’werd slechts medegedeeld, dat de toestand der inrichting be vredigend is te noemen. Het zou gaarne zien, dat de belangstelling grooter werd. Wij verwijzen naar het verslag van het Burgerlijk Armbestuur, opgenomen als bijlage no. 26, waarin ook opgaven betrekkelijk het BestedeUngenhuis zijn gedaan. Wat betreft de geneeskundige hulp aan armen ver strekt, die in hunne woningen worden verpleegd, ver wijzen wij tevens naar Hoofdstuk VIA V. Uit het verslag over 1905, betreffende de Werkinrichting voor hulpbehoevende blinden, stippen wij aan, dat weder van verschillende personen bijdragen in de kosten van onderstand van door hen aangewezen blinden werden ontvangen. Behalve eenige giften, waaronder die van H. M. de Koningin, ad f50,—, werd aan contributiën ontvangen een bedrag van f4008,80; de verkochte goederen en verrichte werkzaamheden gaven een opbrengst van f5300,04, terwijl de gekweekte rente f 1649,60 bedroeg. Aan arbeidsloonen, salarissen en pensioenen werd uit toegenomen, maar dat de drukke opkomst tot de ver gaderingen toch blijken heeft gegeven van een in wijden kring gevoelde belangstelling voor de werkzaamheden van het Genootschap. Verschillende sprekers o. a. dr. C. J. Weynandts Francken, G. F. Haspels uit Rotterdam, mej. Wessels, Van Balen uit Zutphen, mej. R. Hopper uit Amsterdam, prof. dr. P. van Geer, dr. J. Dyserinck, Albert Vogel, prof. dr. H. Brugmans, prof. dr. Paul Fredericq, freule S. Wichers, mevr. Holtrop van Gelder, dr. A. J. Barnouw en Emmanuel de Bom van Antwerpen, traden achter eenvolgens voor de leden op. Op 19 December werd door het Gezelschap A. D. O. eene tooneelvoorstelling gegeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 203