8
3
f 61.396,87 */2
3.592,80
Belastingen waarvan de heffing krachtens bijzondere
wetten geschiedt.
38. Subsidie van het Rijk ingevolge art. 49
der wet op het Lager Onderwijs voor ge
wone kosten van het Lager Onderwijs
31. Uitkeering aan de gemeente ingevolge de
wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad nu. 156)
bedoeld in art. 1 tot en met 9
32. Idem bedoeld in art. 10
33. Rjjks- en Provinciale bijdragen voor het
Hooger Onderwijs
34. Rijks- en Provinciale bijdragen voor het
Middelbaar Onderwijs
35. Rijksbijdragen ter vervanging van vroegere
Rijksjaarwedden bij het Lager Onderwijs
36. Vergoeding: a. krachtens art. 45 der wet
op het Lager Onderwijs- 207.859,98’/:
b. krachtens art. 45öts der wet op het
Lager Onderwijs
37. Bijdragen van andere gemeenten, instel
lingen van weldadigheid enz. in de kosten
van het Lager Onderwijs
39. Idem voor buitengewone kosten van het
Lager Onderwijs a)
3
f 765.363,87
600,-
27. Belasting wegens gebouwde eigendommen
en hunne aanhoorigheden, die gelegen
zijn in bepaalde gedeelten der Gemeenten
28. Belasting op de hondenf 12.561,50
29. Belasting op tooneelvoorstellingen en
andere openbare vermakelijkheden
30. a. Opbrengst van het vergunningsrecht
wegens verkoop van sterken drank in
het klein
b. Belastingen op voorwerpen van verbruik
OVERZICHT DER ONTVANGSTEN.
i
Uitkeeringen (van Rijk, Provincie of anderen).
di (»aii iiijn, i lUTiiiviv ui
Subsidiën, giften, legaten.
'2
i
i
I
Aan kolom 30 zooveel onderafdelingen toe te voegen, als er belastingen
Krachtens bijzondere wetten geheven, behalve de sub a en b bedoelde ztfn te
vermelden.
In de kolom aanmerkingen te vermelden, hoeveel van deze subsidie was
bestemd voor schoolbouw en hoeveel voor den bouw van onderwyzerswoningen