11 I Wij zien daarin het bewijs hoezeer het onderwijs, aan ons Instituut gegeven, op prijs gesteld wordt; de eer daarvan komt zeker grootendeels toe aan Directeur en Leeraren, die zich met den meesten ijver aan hunne belangrijke taak blijven wijden. De door den heer Völlmar ten vorigen jare in zijne klasse ingevoerde nieuwe leerwijze der theorie wordt nu ook door den heer Verballen gevolgd, en met blijdschap kunnen wij constateeren, dat de belangstelling in dat vak, die vroeger wel eens te wenschen overliet, aanzienlijk is aangewakkerd. De Commissie van deskundigen, die op onze uitnoodiging de eindexamens bijwoonden, bestond dit jaar uit de heeren Bouwman, Directeur der Koninklijke Militaire Kapel alhier, G. Veerman, concertmeester te Utrecht en G. Zalsman, zang- leeraar te Haarlem. Nevens enkele nuttige wenken mochten wij van hen her haaldelijk de betuiging hunner tevredenheid over het ge hoorde ontvangenvooral waren zij getroffen door het hooge artistieke peil, waarop onze instelling zich bevindt, en dat niet ’t minst blijkt uit de verschillende ensembleklassen en de orkestklasse, instellingen waarmede ons Conservatorium eene vergelijking met de besten van dien aard niet behoeft te schromen. Van de aanwezigheid der bovengenoemde deskundigen werd door ons gebruik gemaakt, om gevolg te geven aan de testementaire beschikking van wijlen den heer Coster, die zijn Guarnerius-viool had bestemd voor den besten leerling van onze instelling; na gehouden proefspel en loting tusschen den heer Lieffering en mejuffrouw Schuurman, die beiden een gelijk aantal punten behaalden, werd het instrument aan laatstgenoemde leerlinge toegewezen. De einduitvoering had plaats op 23 December in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen; dat de belang stelling voor dien avond steeds klimmend is, bewees wel de, ondanks het door de verbouwing gewonnen aantal plaatsen, wederom stampvolle zaal; en die belangstelling was inder daad wel verdiend, want zoowel van het orkest als het dameskoor en de solisten kregen wij prestatiën te hooren, die den toets eener strenge doch onpartijdige kritiek konden doorstaan. Evenals vorige jaren herdacht onze Voorzitter, ook nu in hartelijke bewoordingen het lief en leed onzer instelling, terwijl hij het den vertrekkenden aan aanmoediging op het vaak doornig pad der kunst niet liet ontbreken; ook stelde hij in het licht, hoe het in korten tijd tot zoo hoog aanzien geklommen Residentie-orkest een onmisbare factor blijft voor den verderen bloei van ons Conservatorium. 5 VERST,AG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK. i;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 248