Btylage 12
FINANCIEEL VERSLAG van de exploitatie der Duin
waterleiding over het dienstjaar 1904.
Het leveren van verschillende magazijngoederen ten be
hoeve van de Duinwaterleiding werd gegund aan de onder
staande inschrijvers:
Perceel 1. Gegoten ijzeren buizen aan de firma R. S. Stok
vis en Zonen te Rotterdam voor de som f 22.011,62.
Perceel 2. Gegoten ijzeren voorwerpen aan de „Naamlooze
Vennootschap ’s-Gravenhaagsche Machinefabriek Metaal- en
ijzergieterij voorheen Spoor en Wijnoord Co.” voordesom
van f 3600,—.
Perceel 3. Compositiebuizen aan de firma S. A. Vies
Zonen te Rotterdam voor de som van f 5480,883.
Perceel 4. Gietlood, mede aan laatstgenoemde firma voor
de som van f 1425,—.
Perceel 5. Diverse gereedschappen aan P. M. Tamson,
alhier, voor de som van f 236,61.
Perceel 6. Machinekamerbehoeften aan de firma J. L. H.
Smits Co. te Amsterdam voor de som van f 825,
Perceel 7. Steenkolen aan A. Zellekens alhier voor f9.30
per Ton van 1000 Kilogram op te stapelen in de kelders aan
het pompstation, en voor f 9.10 per ton van 1000 Kilogram
vrachtvrij geleverd in het magazijn aan de Sprank.
Naar aanleiding van het Raadbesluit van 8 Augustus 1904,
waarbij besloten werd dat de Duinwaterleiding met ingang
van 1 Januari 1905 een afzonderlijk zelfstandig bedryf zou
uitmaken, kon van dien datum af de Gemeente-ontvanger
niet meer worden belast met de inning der inkomsten, noch
met het doen van uitbetalingen, en bleek vergrooting van
het gebouw aan de Prinsegracht noodzakelijk.
Deze was te bereiken door eene verbouwing, waarbij de
aangrenzende wachtkamer voor de lantaarnopstekers en de
woning van den portier van het hulpkantoor der Gasfabriek
er bij zouden worden getrokken.
In overeenstemming met de Commissie voor de Duinwater
leiding hadden Burgemeester en Wethouders de eer aan den
Gemeenteraad voor te stellen om ter bereiking van het boven
vermeld doel het benedenhuis van perceel Prinsengracht 29
destyds in gebruik bij de Gemeente-Gasfabriek met
1