12 I. BEHEER. II. TOESTAND DER WERKEN. a. Duinkanalisatie. De Duinwaterleiding werd ingevolge Raadsbesluit van 8 Augustus 1904 beheerd door H. H. Burgemeester en Wet houders bijgestaan door eene Commissie benoemd door den Raad der Gemeente en bestaande uit de heerenJ. C. Jansen, H. de Wilde, J. H. Warneke, en Jhr. O. J. A. Repelaer van Driel, onder Voorzitterschap van den heer G. de Wijs, Wet houder der Gemeente-bedrijven. VERSLAG omtrent den toestand der werken en den uitslag van de exploitatie der Duinwaterleiding over het dienstjaar 1905. De spranken H I werden afgewerkt over eene totale lengte van respectievelijk 65 M. en 378 M. Voor de uitvoering van de werken was het noodig de spranken D. F. G. en H. in het begin van September af te sluiten, waardoor het grondwater rees tot 3.50 a 4 M. -j- DP. De waterstanden in de Hoofdader sedert 1880 zijn aange geven in den navolgenden staat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 275