12 Bacteriologisch Onderzoek. RAPPORT omtrent de onderzoekingen ten diensteder Duinwaterleiding te 's Gravenhage, verricht in het jaar 1905. 536 niet vervloeiende. 133 vervloeiende per 1 cM3. In het voorgaande jaar bedroegen deze gemiddelden: 87 niet vervloeiende. 56 vervloeiende per 1 cM3. Deze loopgraven bestaan eerst sedert 1903. Gelijk in het 'oorgaande rapport reeds gezegd is, oefent de aanwezigheid teer loopgraven over het algemeen een gunstigen invloed op het aantal bacteriën, dat in het ongefiltreerde water ’an de filters gevonden wordt in tegenstelling van die in te open kanaal. Het gemiddeld aantal bacteriën hierin bedraagt dan ook 'te niet de helft van het gemiddelde in het open kanaal- Het water der duinwaterleiding werd dit jaar 12 maal bacteriologisch onderzocht. Evenals voorgaande jaren werd ook nu weer een gemiddelde berekend. Het gemiddelde aantal bacteriën in het open kanaal be droeg dit jaar: 1139 niet vervloeiende 320 vervloeiende per 1 cM3. In de twee vooorafgaande jaren bedroegen deze cijfers respectieveiyk in het jaar 1904 1903 niet vervloeiende 386 5.500 vervloeiende 160 637 Het ongefiltreerde water der filters bevatte gemiddeld: 546 niet vervloeiende. 125 vervloeiende per 1 cM3. De overeenkomstige cijfers der voorgaande jaren waren: in het jaar 1904 1903 niet vervloeiende 238 543 vervloeiende 91 133 In het stroomende ongefiltreerde water der open kanaal- tjes (loopgraven) om de filters, werden gemiddeld gevonden:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 287