I
19
I
43
HOOFDSTUK VIII.
Gasverlies.
53.500 M3.
M3.
50.850
34.922.966
34.976.466 M3.
Onder bijlage II komt onder meer voor het jaarlijksch gas
verbruik voor de openbare verlichting sedert het begin der
exploitatie door de gemeente.
31.316.195
1.972.676
502.429
a
33.842.150
C) 1.134.316 M3.
kenden meter canalisatie.
De laatste twee cijfers hebben in 1904 bedragen 1,75
en 2,66 M3.
Indien de dagelijks verkregen hoeveelheden gas herleid
worden tot een temperatuur van 60° F. en een barometer
stand van 760 m.M., wordt over 1905 de productie 35.598.586 M1.,
zijnde 675.620 M3. meer dan door de fabrieksgasmeters werd
aangewezen.
Naar dit cijfer berekend heeft het gasverlies 1.809.936 M3.
bedragen, zijnde 5,08 van de geheele productie of 7,94 M3.
per strekkenden meter canalisatie.
In 1904 waren deze cijfers respectievelijk 3,55 en 5,42 M3.
Op den lsten Januari bevond zich in de
gashouders
Door de fabrieksgasmeters werd aangegeven
als gemaakt in dit jaar
Hiervan is afgeleverd
aan particulieren en gemeen-
tegebouwen
publieke verlichting
fabriek en kantoren
en bleef op ultimo December
in de gashouders aanwezig
Te zamen
Zoodat het verlies heeft bedragen
zijnde 3,25% van de geheele productie of 4,97 M3. perstrek-
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEK.
n
r
Dit verliescijfer is hooger dan verleden jaar, eensdeels ten gevolge van
meerdere lekkage, veroorzaakt door de rioleeringswerken, en ook doordat de meter-
s’ïcw1® *n December 1905 4 dagen vroeger heeft plaats gehad, om personeel be
schikbaar te krijgen voor de prijsverandering der muntgasmeters.