20
10
beeld tot navolgen noopt, bleek in meerdere gevallen. Wan
neer een leerling zijne snoepcenten bespaart, wordt hij daar
voor in de klasse geprezen en dikwijls blijkt zulks ook op
de klassegenooten een heilzaïnen invloed te oefenen. Een
nauwlettend toezicht blijft echter ook bij dezen maatregel
zeer gewenscht. Want levert het kind niet al zijne van huis
voor het spaarboekje medegekregen centen in, maar ver
snoept het er een paar van zonder dat zulks gemerkt wordt,
dan is het middel, hoe goed ook bedoeld, erger dan de kwaal,
omdat het oneerlijkheid zou aankweeken.
De klassen voor kinderen, die eene bijzondere leiding
noodig hebben, gevestigd in het hulpgebouw aan de Teniers-
straat, ontwikkelden zich in den loop des jaars tot eene
afzonderlijke school. De verordeningen n°. 3 van 1897 en
n°. 7 van 1903 werden ten behoeve van het onderwijs aan
deze kinderen aangevuld bij verordeningen van 6 Maart 1905.
Aan de groepen AD in art. 2 der verordening van 1897
n°. 3 is nl. toegevoegd eene groep E, bevattende .Scholen
voor leerlingen, die behoefte hebben aan voortdurende leiding
van bijzonder daarvoor bestemde onderwijzers”. Het aantal
onderwijzers eerste klasse aan school E kan gelijk zijn aan
het aantal afzonderlijk onderwijs genietende afdeelingen, het
hoofd en de onderwijzers genieten eene verhooging van
f 200 boven hunne gewone wedde en het maximum aantal
leerlingen per afdeeling is op 16 gesteld.
Op Juni 1905 trad de nieuwe school E in werking onder
leiding van den heer P. H. Schreuder en achtereenvolgens
werden 5 onderwijzers en ééne onderwijzeres eerste klasse
voor handwerken werkzaam gesteld. Eene der tot bedoelde
school behoorende klassen, bestemd voor dergelijke kinderen
van Scheveningsche scholen, is aan de Keizerstraat gevestigd
en heeft den heer M. A van Praagh tot onderwijzer. Ver
plaatsing van de gewone school naar school E kan niet ge
schieden dan met toestemming van de ouders van het kind,
nadat dit een vol jaar de gewone school heeft gevolgd en
nadat uit een onderzoek, door het hoofd van school E en
den voor deze school aangewezen arts Dr. J. W. H. Wijsman
ingesteld, gebleken is, dat het kind, voor hetwelk de aanvrage
geschiedt, inderdaad behoort tot de categorie van geestelijk
misdeelden, waarvoor deze school bestemd is Aan het einde
van 1905 telden alle klassen aan de Teniersstraat het maximum
aantal van 16 kinderen, terwijl in de Scheveningsche klasse
14 leerlingen hadden plaats gevonden (sedert tot het maximum
aangevuld). Al deze leerlingen stonden toen echter inge
schreven als leerlingen der gewone scholen, welke zij oor
spronkelijk bezochten.
Bij het onderwijs wordt er naar gestreefd de leerlingen
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.