1i k 20 15 j geleerde op de dagscholen en machine-naaien en dat in toe passing gebracht voor eigen nuttig gebruik. Fraaie hand werken zouden niet beoefend mogen worden.” Aangaande het onderwijs in paedagogiek voor onderwijze ressen in handwerken wordt door de met het toezicht daarop belaste Sub-commissie over het afgeloopen jaar het volgende medegedeeld „De op 6 Mei 1905 opnieuw geopende cursus voor paedago giek ten behoeve van onderwijzeressen in handwerken werd aanvankelijk bezocht door een zestigtal leerlingen. Doordien echter enkelen het handwerkonderwijs vaarwel zeiden en anderen de stad verlieten, is het cijfer gedaald tot 47hiervan bezoeken 8 onderwijzeressen den cursus van den heer De Beste, 13 dien van den heer Eterman, 14 dien van den heer Velthuysen en 12 dien van den heei’ Wijnveldt. De onderwerpen, in de eerste maanden behandeld, hadden betrekking op de lichamelijke opvoeding, waarbij, om het onderwijs aanschouwelijk te doen zijn, gebruik gemaakt werd van de op school aanwezige leermiddelen. De laatste drie maanden ongeveer waren er voor bestemd om aan de bezoeksters van den cursus een elementair idee van de ziel kunde te geven; o.a. besprak men het ontstaan van voor stellingen en begrippen; de ontwikkeling en aankweeking van het gevoel voor waarheid en voor het schoone. Moge het gebied eenigermate abstract zijn, wij weten bij onder vinding, dat de eenvoudige, duidelijke uiteenzetting van deze punten niet zonder vrucht blijft. Trouwens het heele pro gramma is er op ingericht zoowel de algemeene ontwikke ling van de onderwijzeressen in handwerken te bevorderen, als haar zooveel mogelijk al die kennis te verschaffen, welke haar direct bij de uitoefening van haar taak van dienst kan zijn. Een niet onbelangrijke factor tot het bereiken van het eerste doel achten wij het ook, dat de onderwijzeressen ge regeld schriftelijk werk maken, wat in zekeren zin als taai en stijloefening mag beschouwd worden. Natuurlijk moet het tevens ais voorbereiding dienen voor de schriftelijke behandeling van een niet te moeilijk onderwerp uit de be sproken leerstof, hetgeen als eisch gesteld wordt by het examen voor de verwerving van de akte voor paedagogiek. Het feit, dat de onderwijzers de vlijt en de belangstelling der leerlingen blijven roemen, doet ons hopen, dat aan dien eisch zal kunnen voldaan worden. Ten slotte spreekt de sub-commissie den wensch uit, dat ons volgend verslag moge gewagen niet alleen van den cursus voor paedagogiek, maar ook van den cursus voor methodiek van het handwerkonderwijs. VERSLAG LAGER ONDERWIJS. l

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 430