r
20
30
Werd er in 't vorig verslag gezegd, dat de Sub-commissie
als haar meening te kennen gaf, dat de voortzetting van
den wintercursus gedurende de zomermaanden voor de
scholen C* niet zulke resultaten had gehad, dat de kosten
daaraan verbonden als goed besteed mochten worden genoemd,
thans meenen wij aangaande deze scholen verder te moeten
gaan en dringend den raad te moeten geven, de cursussen
gedurende den zomer niet voort te zetten. Op geen enkele
school heeft de proefneming tot eenig resultaat geleid, al is
alles in ’t werk gesteld om ze te doen slagen.
In de school aan de Van Djjckstraat, waar in den zomer
van 1904 ruim 60 leerlingen bleven van den wintercursus,
bleven er nu maar 38 van de 69, die den wintercursus had
den bezocht. Deze 38 bezochten den cursus tamelijk trouw
tot de vacantie; na dien tijd was ’t treurig met het bezoek
gesteld, en bewaard bleven voor den nieuwen wintercursus
slechts 10 leerlingen.
In de school aan de De Vliegerstraat begon de voortgezette
cursus in April met 42 leerlingen, waaronder 28 nieuwelin
gen, zoodat er maar 14 uit den vorigen cursus gebleven
waren. In September was het aantal ingeschreven leerlingen
nog 30.
In de school aan de Amrnunitiehaven bedroeg het aantal
leerlingen in April 20, in Juli 12. Van dezen gingen 8 naar
den nieuwen wintercursus.
In de school aan de Sirtemastraat waren er bij den aan
vang 18, welk getal daalde tot 14, en 11 er van bleven op
den wintercursus.
In de school aan de Kerkstraat was het hoogste aantal
leerlingen in den zomer 5, waaronder nog 3 nieuwe.
Om de leerlingen te behouden voor het herhalingsonderwijs
behoeft dus de cursus niet den geheelen zomer door te wor
den voortgezet. En men vergete daarbij vooral ook dit niet,
dat met hen, die blijven, de klassenindeeling van den nieu
wen wintercursus niet gebaat wordt, integendeel: om het
onderwijs zoo aantrekkelijk mogelijk te maken, wordt voor
namelijk werk gemaakt van teekenen en slöjd. De leerlingen
nu, welke den cursus zoogenaamd hebben voortgezet gedu
rende den zomer, zijn, als zij in den nieuwen cursus over
gaan, in die vakken vooruit, maar staan achter in de andere
vakken bij hen, die in October pas de lagere school hebben
verlaten, ’t Is waar, bovenstaande cijfers vindt men misschien,
overal althans, nog zoo slecht niet; maar dat is ook maar
hetgeen men ziet. Wat men niet ziet, dat is ’t groote ver
zuim, ’t ongeregeld en laat komen al is de tjjd gesteld van
d. Scholen C'.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS