I I I 20 34 de Badhuiskade. De eerste bevat 54 leerlingen (vorige cursus 53), waarvan 3 de hoogste klasse eener lagere school nog niet hadden doorloopen. Van het geheele aantal leerlingen zijn 6 toegelaten na het begin van den cursus. Fransch wordt onderwezen aan 16 leerlingen, die in 2 afdeelingen vereenigd zijn en, wat de overige vakken betreft, tot andere klassen behooren met leerlingen, die geen Fransch leeren. Het verzuim bedroeg 7 De tweede school, aan de Badhuiskade, bevatte op 15 November 63 leerlingen tegen 32 in den vorigen cursus. Fransch werd onderwezen aan 24 leerlingen, die ook voor de andere vakken eene eigene afzonderlijke klasse vormden. Van dezen bezoeken 13 nog de lagere school, waarvan twee de hoogste klasse nog niet hebben doorloopen. Het verzuim bedroeg 7 */j en meestal was het te billijken, doch bij sommigen was weinig lust de oorzaak. Dat deze school nog geen geregeld verloop heeft, blijkt daaruit, dat b.v. op 1 December het aantal leerlingen reeds verminderd was tot 53. De vermindering betreft vooral het aantal van hen, die geen Fransch leeren. Het geheele aantal leerlingen dezer vijf scholen bedroeg op 15 November 218 tegen 195 in den vorigen cursus. Onder die 218 zijn er nog 48, die de hoogste klasse eener lagere school niet hebben doorloopen. Toch dient te worden mede gedeeld, dat ’t aantal leerlingen, voor welke het onderwijs eigenlijk inhalingsonderwijs is, vermindert, wat natuurlijk toe te schrijven is aan de werking der Leerplichtwet. De stijging van ’t aantal leerlingen is evenwel niet groot, zooals men ziet, en dit bljjkt nog duidelijker, als men nagaat, dat er niet bij elke school van stijging sprake kan zijn. Wel o. a. in de school aan de De Vliegerstraat, in eene volkrijke, zich ontwikkelende buurt gelegen, waar het aantal leerlingen 70 bedroeg, tegen 43 in den vorigen cursus. Toch is dat getal hier nog allesbehalve vast: op 1 December was ’t reeds ver minderd tot 58 en van dezen behoorden 22 en 23 leerlingen tot twee eerste klassen A en B, 9 tot de tweede en 4 tot de derde klasse. Eene andere school, ook in eene volkrijke buurt de Van Dijckstraat, welke in den cursus 1904/5 69 leerlingen telde, zag dit getal verminderen tot 58. Lettende op een en ander, mag men gerust zeggen, dat het met deze soort scholen niet wil. De onderwijzers geven zich alle moeite om de be langstelling op te wekken en gaande te houden, overtuigd, dat dat toch ’t ware is. Teekenen en slöjd maken de meest aantrekkelijke vakken uit, ja, men mag wel zeggen, dat die d. Scholen C'. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 449