20 36 gerstraat ook dezen cursus veel leerlingen telde, en beide laatstgenoemde scholen liggen in dezelfde buurt of ongeveer. Men vergete echter niet, dat in den cursus 1904/5 de stijging van het aantal leerlingen op de school aan de Zusterstraat van 34 tot 81 bedroeg en die op de school aan de Hoefkade van 62 tot 108. De cijfers 68 en 98, waartoe respectievelijk het aantal leerlingen is gedaald, zijn dus nog zeer gunstig te noemen. Uit ’t bovenstaande blijkt, dat er zooveel factoren samen werken, dat ’t moeilijk is voor elk geval een beslissend oordeel te vellen. De stijging van ’t geheele aantal leerlingen der scholen O2 in den cursus 1904,5 was zeer groot, zoodat de vermindering nu juist niet verontrustend behoeft te zijn, doch ’t toch raadzaam maakt, vooral geen voorbarig oordeel uit te spreken. De belangstelling der leerlingen voor de vakken handwer ken en koken is zeer groot. Deze vakken maken dan ook de aantrekkelijkheid uit. Het is zaak, en daarnaar- wordt ook gestreefd, dat bij het onderwijs in koken de leerlingen zoo veel mogelijk zelven werkzaam zyn en ’t niet voor een te groot deel een demonstratieve les wordt. Het onderwys dient o. i. ook bepaald te blijven bij de hoogste klassen; vooreerst omdat het met vakonderwijs mag vergeleken worden en de leerlingen, die van de lagere school komen, daarvoor nog wat meer ontwikkeling behoeven en ten anderen, omdat het dan een prikkel blijft voor de leerlingen om in eene hoogere klasse te komen, waar zij dat onderwijs kunnen genieten. Het verzuim was over ’t algemeen aan deze scholen niet zoo groot, eene enkele uitgezonderd waar veel verzuim was wegens ziekte der kinderen of ziekte der moeders, zoodat in ’t laatste geval de leerlingen thuis moesten helpen. Ook aan de andere scholen komt verzuim wegens ziekte ’t meest voor, hier en daar ook wegens drukke bezigheden in den dienst; doch niet aan alle scholen wordt daarover geklaagd. Aan de ouders, ook wel aan de werkgevers, wordt direct kennis gegeven van elk verzuim en de reden er van opge spoord. Over den ijver en het gedrag der leerlingen dient over het algemeen met lof gesproken te worden. Aan het eind van dit verslag brengen wij onzen lof aan de hoofden, onderwijzers en onderwijzeressen voor hunne toewijding aan eene taak, waarbij hier en daar zooveel teleur stelling wordt ondervonden door den betrekkelijk geringen bloei hunner school. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 451