I t. 11 20 h 4 Schoolgebouwen. en leerlingen en het ontbreken van de noodige ruimte de vervulling van dien wensch voorloopig in den weg staan en dat de resultaten van het onderwijs (een zekere mate van handigheid, bekendheid met vormen, kleuren, voorwer pen en eenvoudige getalbegrippen, zin voor netheid en orde, en een zekere vaardigheid in het spreken over de eenvoudige zaken, die de leerlingen hebben leeren kennen) niet gering zijn te achten, en uitteraard het latere onderwijs zeer ten goede komen. I Aan het examen voor hoofdonderwijzeres namen deel 7 candidaten, onder welke 4 leerlingen van den opleidings- »T Evenals ten vorigen jare moet weder de aandacht worden gevestigd op den toestand in sommige lokalen van de school a. d. Voldersgracht. In twee lokalen is de verlichting totaal onvoldoende. Op 1 '/2 M. afstand van de ramen staan hooge gebouwen, die het daglicht voor het grootste gedeelte onder scheppen. Bij bewolkte lucht moet in deze lokalen den ge- heelen dag gaslicht branden, en blijft het licht toch onvol doende evenals bij helderen hemel. De leerlingen moeten de oogen bij ’twerk veel te sterk inspannen, wat op dien leeftijd zeker dubbel nadeelig is. Twee andere lokalen zijn te klein voor het aantal leerlingen. De afstand tusschen de voorste banken en den muur is nauwelijks 1 M., de achterste ban ken staan tegen den muur. In elk lokaal is de kachel ge plaatst tusschen de beide rijen banken, veel te dicht in de nabijheid van een deel der kinderen. Waar de leerlingen een groot gedeelte van de schooltijden, bij ongunstig weer zelfs den geheelen schooltijd, in de lokalen doorbrengen, moeten toestanden, als hierboven beschreven, stellig van nadeeligen invloed zijn op het lichamelijk welzijn van het kind, en de Commissie kan dan ook niet nalaten, met den meesten aan drang te adviseeren tot afdoende verbetering. De hoofden der scholen a. d. Voldersgracht ena. d.Hekke- laan melden, dat bij regen de speelplaatsen geheel onder water staan. De plaats bij eerstgenoemde school is zelfs soms drie dagen' onbruikbaar. Betere afwatering zou hier zeer ge- wenscht zijn. Het hoofd der school a. d. Duinstraat vestigt alweder de aandacht op de noodzakelijkheid om langs de N.W.zijde der speelplaats een schutting aan te brengen. „Op Dins- en Woensdagmiddag”, schryft zij, .moet vaak de hulp der politie ingeroepen worden, om de in den tuin spelende kinderen tegen de baldadigheid der jongens te beschermen.” Examen voor onderwijzeres en hoofdonderwijzeres. i I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 562