20
Chr. W. Valken.
9
’s-Gravenhage, 15 December 1905.
De Directeur,
Aan
den Heer Wethouder van Onderwijs.
In het aantal lesuren kwam geen verandering.
Gedrag, vlijt en belangstelling van de groote meerderheid
der leerlingen geven ruimschoots reden tot tevredenheid
de meisjes, die allen eene zeer vermoeiende dagtaak achter
den rug hebben, bezoeken de lessen over het algemeen trouw
en werken met opgewektheid. Ondergeteekende betreurt het
ook daarom, dat in de positie van de kweekelingen der
Gemeente-Bewaarscholen nog geen verbetering is gebracht:
zij moeten te lang als volontair dienst doen, daar het aantal
bezoldigde kweekelingen aan elke school slechts twee bedraagt
en er weinig gelegenheid is tot bevordering. Het zal reeds
eene belangrijke verbetering zijn, als voor de Bewaarscholen
dezelfde regeling van de toelagen der kweekelingen wordt
gemaakt als die, welke bestaat voor de scholen voor Lager
Onderwijs.
De resultaten van het onderwijs aan den Cursus waren ook
in 1904 zeer bevredigend. Vier leerlingen der 4e kl. A onder
wierpen zich aan het examen voor de Hoofdacte, van welke
er drie slaagden. Aan het examen voor de Hulpacte werd
deelgenomen door 14 leerlingen der 3e klasse, van welke 11
de acte verkregen.
Aangezien de lokaliteit in het gebouw Wagenstraat 119,
waar tot heden de lessen gegeven worden, meer en meer
ongeschikt bleek voor dit doel, ook in verband met de toe
neming van het aantal leerlingen, is door Burgemeester en
Wethouders besloten den Cursus met ingang van 1 Januari
1906 te verplaatsen naar het gebouw der H. B. School voor
meisjes aan de Laan. Door deze verplaatsing zal niet alleen
eene meer geschikte lokaliteit worden verkregen, maar ook
meer plaatsruimte, waardoor het mogelijk zal worden enkele
klassen te splitsen. Thans is dit vooral noodzakelijk voor de
4e kl. A, die opleidt voor de Hoofdacte en 28 leerlingen telt
van verschillenden leeftijd. Ondergeteekende zal voor het
begin van den nieuwen Cursus de daartoe noodige voorstellen
indienen.