22
Aan den Raad der gemeente ’s-Gravenhage.
i
7
waren
B. De redenen van absoluut schoolverzuim 5
In drie gevallen verhuizing naar eene andere gemeente,
terwijl in twee gevallen ambtshalve inschrijving volgde.
Evenals in vorige jaren werden de oorzaken van het relatief
schoolverzuim gebracht onder:
1. Armoede: voor zoover het betreft die gevallen, waaruit
blijkt, dat de hulp van ’t kind onmisbaar bleek te zijn
om het gezin voor ondergang te behoeden.
2. Onwil der ouders: voor zoover deze het kind arbeid
laten verrichten, terwijl het den ouders bekend is, dat
De Commissie tot wering van Schoolverzuim in de 2de
Afdeeling, heeft ingevolge art. 9 van het Kon. besluit d. d.
16 November 1900, Stbl. No. 200, de eer aan den Raad der
gemeente ’s-Gravenhage het navolgende verslag harer werk
zaamheden over het afgeloopen jaar 1905 uit te brengen:
In Januari 1905 werden de leden G. P. Post en mr R. T.
de Wijs respectievelijk herkozen tot voorzitter en secretaris.
Wegens verandering van woonplaats nam het lid J. P.
Teurlinck op 23 October van dit jaar zijn ontslag als lid dezer
commissie.
In 1905 zijn ingekomen 169 kennisgevingen van verzuimen,
terwijl de behandeling der laatste 5 moest worden aange
houden tot 1906.
Van de in 1904 ingekomen kennisgevingen, waren nog 7
te behandelen, zoodat in 1905 behandeld zijn totaal 171 ge
vallen, te weten 166 betreffende relatief en 5 betreffende
absoluut schoolverzuim.
Van de opgeroepenen verschenen 49 in persoon, 38 lieten
zich vertegenwoordigen door een der huisgenooten, terwijl
84 niet voldeden aan de oproeping
A. De redenen van relatief schoolverzuim waren
1. armoede
2. onwil der ouders
3. onwil der moeder
4. onwil van het kind
5. onverschilligheid der ouders
6. ziekte van het kind
7. onbekend bleef de oorzaak
8. het verzuim berustte op eene ver
gissing
in 14 gevallen.
64
9
18
28
8
18
n
r>
T)
n
n
n
giooiug n