8 Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 Januari 1906. De Voorzitter. G. P. Post. De Secretaris, R. T. de Wus. 8. Berustende op eene vergissing: in die gevallen, waarin met zekerheid werd geconstateerd, dat de ouders geen schuld konden hebben. zulks niet mag, en dat dit voor het bestaan van het gezin ook niet noodig is. 3. Onwil der moeder: voor zoover het bleek, dat de vader met het verzuim geheel onbekend was. 4. Onwil van het kind: voor zoover het bleek, dat de ouders hoewel alle moeiten zich getroostende niet in staat waren het spijbelen der kinderen te voor komen. 5. Onverschilligheid der oudersin al die gevallen, waar uit blijkt, dat de ouders zich niet de moeite willen ge troosten de verzuimen te voorkomen uit gemakzucht: geen bericht zenden of verlof vragen aan het Hoofd der School, geen kostelooze plaatsing of vermindering van schoolgeld tijdig aanvragen. 6. Ziekte van het kind: in die gevallen waarin werkelijk ziekte van het kind de oorzaak was, doch het Hoofd der school daarvan niet overtuigd was. i 22 (2e Afd.) VERSL.V. D. COMM. T. WERING V. SCHOOLVERZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 587