22 (4e Afd.) versl. v. n. comm. t. wering v. school vbrz. 14 Er werden dus wegens relatief verzuim opgeroepen 199 personen, waarvan 18 personen 2 X telkens voor een ander kind, 1 persoon 3 X - Van de 199 opgeroepenen verschenen 108 personen, die van den Voorzitter, als zulks noodig bleek, eene ernstige vermaning ontvingen, terwijl aan de 91 niet verschenen ouders een schriftelijke waarschuwing werd thuis gezonden. Aan 3 kennisgevingen tot oproeping wegens absoluut ver zuim werd geen gevolg gegeven, omdat bij voorafgaand onderzoek bleek dat de kinderen van 2 personen reeds ter school gingen, terwijl van de derde, een meisje, de moeder was overleden en de vader een dronkaard en zwervende was en dus niet kon worden opgeroepen. Het kind was door het stedelijk armbestuur vroeger reeds verpleegd en werd nu door een logementhoudster tijdelijk uit liefde verzorgd. Een kennisgeving tot ambtshalve inschrijving behoefde niet te worden uitgevoerd, aangezien bij voorafgaand onder zoek bleek dat een te Leiden verloren geraakt vaccinatie bewijs was vernieuwd en het meisje sedert 14 dagen weder was geplaatst ter bijzondere school aan de Brouwersgracht, alwaar het vóór de vacantie ook al eenigen tijd had ter school gegaan. Omtrent de redenen, opgegeven voor het schoolverzuim, verwijst de Commissie naar hare vroegere verslagen, daar die vrijwel dezelfde zijn. Zij maakt hierbij de opmerking, dat de oproepingen bijna allen betroffen leerlingen der open bare scholen A, dus der minst gegoede burgerij, terwijl die voor de scholen B en C zeer zelden voorkomen. Bijzondere vermelding verdient dat over 1905 ruim 100 oproepingen minder hebben plaats gehad dan over 1904. Ten einde nu een overzicht te verkrijgen, of deze vermin dering in verband stond met de werking der Leerplichtwet en der Commissie in deze zoo uitgebreide 4e Afdeeling, met hare groote werkmanswijken en vele scholen voor lager on derwijs, verzond de Commissie in het laatst van December aan 37 hoofden van openbare en bijzondere scholen lijsten met de namen hunner leerlingen, wier ouders voor de Com missie waren geroepen, met verzoek daarop te willen ver melden in hoeverre de tusschenkomst der Commissie al dan niet een gunstigen invloed had uitgeoefend op het verzuim dier leerlingen. De uitslag dezer enquête was, dat werden terug ontvangen 35 lijsten met mededeelingen omtrent 197 leerlingen. Hiervan afgetrokken 42 die in 1905 de school óf verlieten, öf overgeschreven, öf aanhoudend ziek waren, blijven over 155 leerlingen, waarvan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 593