(5e Afd.) VERSL.V. D. comm. t. wering v. schoolverz.
22
18
een onderzoek instelde in loco zoowel bij de ouders als
bij de betrokken Hoofden van scholen.
Met waardeering merkt de Commissie op, dat deze laatste
gaarne bereid waren, zooveel mogelijk gevraagde inlichtingen
te verstrekken Behoudens enkele, die foutief bleken te zijn,
of geheel en al van onwaarde, droegen vele informaties er
toe bij een juist oordeel vast te stellen.
Buitengewone vergaderingen werden gedurende het afge-
loopen jaar niet gehouden.
Hoewel de Commissie dikwijls een complex van oorzaken
vond, die het schoolverzuim deden ontstaan, waarbij dan
meestal de ongelukkige sociale toestand der gezinnen den
ondergrond vormde, meent ze eenige veel voorkomende oor
zaken te moeten releveeren.
Sommigen verzuimen ontstonden door armoede, gebrek
aan schoeisel en kleeding, enkele door ziekte in het gezin (van
moeder of broertjes of zusjes), eenige door onverschilligheid
der ouders, het spijbelen der leerlingen en gebrek aan
toezicht, terwijl er zeer enkele waren, tengevolge van het
verrichten van werkzaamheden.
Het geval deed zich soms voor, dat de verzuimen zeer wel
verschoonbaar waren, maar door de Hoofden van scholen niet
aldus waren geboekt, doordat hun geen kennis van de oor
zaken der verzuimen was gegeven, of geen verlof gevraagd
was. Waar een enkele maal gepoogd was, dit wel te doen,
had het geen doel getroffen, doordien de boodschap haar
bestemming niet bereikte.
Een enkele maal merkte de Commissie op, dat verzuimen
ontstonden, althans bevorderd werden, ten gevolge van gebrek
aan harmonie in het gezin.
Duidelyk uitgesproken onwil van de zijde des vaders had
de Commissie 1 keer te constateeren.
Om een nieuw gekozen lid het bij won en der vergaderingen
mogelijk te maken, ontving de Commissie van den Raad
wijziging in het Huishoudelijk Reglement, ten gevolge waar
van nu op den 2en en 4en Vrijdag van iedere maand wordt
vergaderd.
Volkomen instemmende met den inhoud van den op 30
Oct. 11. ingediende motie-Ter Laan heeft de Commissie schril'-
'telijk den Raad het verzoek gedaan bedoelde motie krachtig
te steunen.
In de vergadering van 14 April 1905 werd Mr. A. M. de
Groot gekozen als Voorzitter en W. Engels als Secretaris.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 Jan. 1906.
A. M. de Groot, Voorzitter.
W. Engels, Secretaris.