22 VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie tot wering van schoolverzuim in de 6e Afdeeling over het jaar 1905. De Commissie hield in het afgeloopen jaar 18 vergade ringen, allen op de daarvoor vastgestelde dagen. De samenstelling der Commissie onderging geen verandering. Tot voorzitter werd, ter vervanging van den heer H. G. J. van Hoogstraten, benoemd de heer A. Eyckelhof, die als oudste lid in jaren de functie sedert het aftreden van eerst- genoemden heer had waargenomen. Tot secretaris werd herbenoemd de aftredende titularis, de tweede ondergeteekende. Van heeren schoolopzieners werden ontvangen 45 kennis gevingen, tengevolge waarvan 44 personen werden opge roepen, om voor de Commissie te verschijnen. (In de jaren 1902, 1903 en 1904 bedroeg dat aantal resp. 24, 35 en 35.) Aan één kennisgeving werd geen gevolg gegeven, omdat deze op een misverstand bleek te berusten. In 29 gevallen werd aan de oproeping geen gehoor gegeven. In 8 gevallen verscheen de vader en in 7 gevallen de moeder in plaats van den vader. In 3 gevallen verscheen alleen het kind, wien de oproeping gold, een kenschetsend feit voor de geringe mate van belang stelling der ouders in eene zaak, die hun toch zoo na aan ’t harte moest liggen. Alle de gedane oproepingen betroffen relatief schoolverzuim. Van absoluut schoolverzuim kreeg de Commissie geen kennis. De redenen der verzuimen, waren, voor zoover door de Commissie kon worden nagegaan, in 22 gevallen: huisarbeid, voornamelijk wegens het passen op broertjes of zusjes, terwijl de moeder uit werken of om andere redenen afwezig is, en waarbij in ettelyke gevallen de ouders volkomen onverschillig zich toonden, bewerende, dat zij door hunne levensomstandigheden genoodzaakt zijn, hunnen toevlucht te nemen tot het thuishouden of op andere wijze exploiteeren van het leerplichtig kind. In twee gevallen was het kind bovendien in het leeren zeer achterlijk;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 599