25 der die sollitanten nog geen opvolger gevonden, beantwoor dende aan de eischen, welke hij aan de betrekking van Directeur der Academie meent te moeten stellen. In afwach ting daarvan heeft de Raad den Onderdirecteur de tijdelijke waarneming van het Directeurschap opgedragen. In het Leeraarspersoneel hadden de volgende veranderin gen plaats. De leeraren H. J. A. van der Kooy en W. F. J. Kapitz, die beiden, de eerste 29 en de tweede 27 jaren lang, vol ijver en plichtbesef hun leeraarsambt vervuld hadden, vroe gen met ingang van 1 October 1905 eervol ontslag uit hun resp. betrekking. Met dankzegging voor de door beiden bewezen trouwe diensten werd hun dit ontslag verleend. De oud-leerling F. H. Jacobs werd met ingang van 1 October 1904 tot leeraar in het Wandplaatteeken benoemd, doch vroeg en verkreeg met ingang van 1 April 1905 zijn eervol ontslag tengevolge van zijne benoeming tot Leeraar aan de Ambachtsschool te Tilburg. Aan Mejuffrouw M. J. van Arkel, leeraresse in de Anato mie, werd op haar verzoek, met ingang van 1 November 1904, eervol ontslag uit genoemde betrekking verleend, ten gevolge van hare benoeming tot teekenleerares aan de huis houdschool te Dordrecht. Zij werd vervangen door Mej. J. Haaxman, oud-leerlinge der Academie. De cursus voor a.s. horlogemakers, die in 1902 met een twintigtal leerlingen aanving, werd in den afgeloopen winter slechts door 4 leerlingen bezocht, zoodat deze afdeeling, die geene levensvatbaarheid schijnt te bezitten, opgeheven is. Horlogemakers-leerlingen, die zich voor de winterlessen moch ten aanmelden, zullen geleidelijk bij den cursus in werk tuigkundig teekenen worden ingedeeld. Aan den ijverigen leeraar der horlogemakersafdeeling, den heer J. A. P. Mulder, is dientengevolge eervol ontslag verleend. Het aantal leerlingen bedroeg in het afgeloopen Academie jaar, met inbegrip van den Zomercursus 769, derhalve 83 minder dan in het vorige jaar. Deze daling bleekt het sterkst: 1° bij de betalende leerlingen van den Winteravondcursus, welke ditmaal 519 en den vorigen winter 570 leerlingen be vatte; 2° bij den dagcursus Middelbaar Onderwijs, welke in den afgeloopen cursus 21 leerlingen minder telde dan in het vorige Academiejaar. Als van zelf vraagt men zich af aan welke oorzaak die vermindering of verflauwing is toe te schrijven? Wat den verminderden toevloed van leerlingen in den winteravondcursus betreft, ligt vermoedelijk de reden 2 VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 644