Bijlage 35
VERSLAG van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
betreffende den staat van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart in de gemeente 's Gravenhage over
het jaar 1905.
1. Algemeene Beschouwingen.
Voorzoo ver ons omtrent de uitkomsten van verschillende
hier ter stede uitgeoefende bedrijven van handel en nijverheid
mededeelingen gewerden, worden deze niet ongunstig genoemd.
De haringvisscherij leverde bij geringer vangst, doch betere
prijzen dan in 1904 een meer bevredigend resultaat op dan
het vorige jaar.
De' haven te Scheveningen was oorzaak eener groote teleur
stelling, daar het in September en vooral in October bleek,
dat daarin een zoodanige deining stond, dat het verblijf niet
zonder gevaar was. Dientengevolge werd de vloot gedurende
de wintermaanden weder in de Maashavens geborgen.
Met belangstelling wordt het rapport tegemoet gezien der
door den Gemeenteraad benoemde commissie, welke middelen
zal beramen om in dit euvel te voorzien.
In ons vorig verslag werd melding gemaakt van een door
Burgemeester en Wethouders bij den Gemeenteraad ingediend
voorstel voor de exploitatie der terreinen om de Laakhaven.
In de Raadszitting van 27 Februari 1905 werd besloten dit
voorstel in de afdeelingen te onderzoeken. In het afdeelings-
verslag, door de commissie van rapporteurs vastgesteld den
19den Mei d.a.v., vinden verschillende bezwaren en opmer
kingen, door onze Kamer in haar in 1902 uitgebracht advies
ontwikkeld, weerklank. Wij noemen o. a. de wenschelijkheid
eener rechtstueeksche waterverbinding van de Laakhaven
met de Loosduinsche Vaart en Scheveningen, de onvoldoende
toegangswegen aan den Rijswijkschen weg en de noodzake
lijkheid van een viaduct onder den spoorweg bij de Vaillantlaan,
de te geringe breedte van de brug in den Rijswijkschen weg,
de bezwaren tegen de oprichting eener aschstaal op de ter
reinen der Laakhaven. Den 26sten Juni stelde de Raad het
afdeelingsverslag in handen van Burgemeester en Wethouders
ter beantwoording. Dit antwoord verscheen den 27sten Maart