35
4
t
I
In den avond van 5 April stak onverwacht een storm op,
bijna allen waren visschende en de gevolgen bleven niet
uit, velen bekwamen groote schade aan vischtuig, waaronder
loggers en bommen die dit totaal verloren.
Verongelukken van bemanningen kwam niet voor, den
15en April viel een man over boord bij het innemen der
seinlichten en verdronkhij was ongehuwd.
Deze visscherij werd uitgeoefend door 59 bommen en 84
loggers; het aantal deelnemende vaartuigen was voor eerst
genoemde soort een 25tal meer, voor laatstgenoemde een
22tal minder. Steeds blijven de slechte resultaten voortduren,
het arbeiden der visschers op de erven der reeders, voor
hen voordeeliger, blijft toenemen, wat zeker niet medewerkt
tot aanmoediging dezer visscherij. De visschers geven onder
die slechte resultaten de voorkeur aan een vast weekloon
en de lichte werkzaamheden boven eene onzekere verdienste,
die in de laatste jaren door mindere vangst te gering kan
genoemd worden. Velen die op andere wijze nog iets weten
te verdienen, nemen nog liever een fooi van 40 a 50 gulden
bij hun verbintenis voor de haringvisscherij dan dat zij zich
voor de schrobnetvisscherij op bommen verbinden.
De vorming van bekwame zeelieden lijdt daar evenwel
onder, daar de wintervisscherij zich bijzonder eigent als
leerschool voor de visschers.
De bommen besomden te zamen f 51029.35 of gemiddeld
f 864.90 per schuit, zijnde f 145.19 meer dan in 1904, een
verschil dat geen reden geeft oorzaken daarvoor te zoeken;
de besomming te IJmuiden was f98.— minder.
Van IJmuiden werd evenals vorig jaar door welwillende
medewerking van den Directeur der visschershaven opgaaf
ontvangen, waaruit bleek dat aldaar besomd werd f1929 75
of gemiddeld f32.70 per schuit, in hoofdsom f2520.38 minder
dan in 1904. De vermoedelijke oorzaak is, dat bommen voor
zien van kiel of donkey van de haven alhier gebruik maakten,
al was die nog niet voor het inkomen opengesteld.
De vrouwenvisch is in de besomming begrepen, allen
varen op de nieuwe regeling. Deze periode kan dus uit het
verslag voor het vervolg achterwege blijven.
De loggers, 84 in getal, besomden gezamenlijk f 96793.45
of f 1152.80 per schip, zijnde f72 60 meer dan in 1904. Door
de welwillendheid van den Directeur der visschershaven te
IJmuiden is ons de besomming der 84 loggers aldaar ge
worden zij bedroeg f 81700.16 alzoo f 972.62 per logger, die
bij de hiervoor genoemde f 1152.30 moet worden bijgetrokken.
Deze berekening is bruto besomming.
De bommen worden steeds meer en meer voorzien van
een kiel, het aantal donkeys (stoomspuien) is bijna stationair
verslag i>er kamer v. koophandel en fabrieken.
I