35 I a 23 H b. Ambachtsnijverheid. Het aantal ingevoerde partijen gouden en zilveren werken bedroeg 1’128 tegen 1158 in 1904. Uitgevoerd werden 350 partijen tegen 355 in 1904. De Ambachtsschool stelt zich ten doel den grondslag te leggen tot de vorming van bekwame ambachtslieden. Zij tracht dit doel te bereiken door het geven van prak tisch en theoretisch vakonderwijs. De werkplaats der school is geheel op dezelfde wijze inge- richt als een goed ingerichte werkplaats bij den patroon. De werkstukken worden vervaardigd op de ware grootte. Voor particulieren wordt niet gewerkt; evenmin wordt werk op bestelling aangenomen. Het leerplan is zoodanig samengesteld, dat in hoofdzaak praktisch bruikbare voor werpen worden vervaardigd. De voorwerpen worden later overgedaan aan werkgevers en winkeliers. Om als leerling te worden aangenomen moet men tusschen 12 en 16 jaar oud zijn en met vrucht lager onderwijs hebben genoten. Onderwijs wordt gegeven in: timmeren, meubelmaken, houtsnijden, schilderen, machine-bankwerken, huissmeden, koper- en zinkbewerking en de beginselen van het instru- mentmaken; een en ander met toepassing op den aanleg van gas- en waterleiding en op het bedrijf van den electricien. Het theoretisch onderwijs loopt, naar gelang van de eischen van het ambacht, over de navolgende vakkenNederlandsche taal en rekenen, beginselen der natuur- en werktuigkunde, vormteekenen, projectieleer, materialenkennis en de beginse len der stoomwerktuigkunde en electriciteit. De schooluren zijn van 8 tot 12 en van 2 tot 6 uur, uit gezonderd des Zaterdagsnamiddags. De leertijd duurt 3 jaren en loopt van 1 April tot 31 Maart. Na den driejarigen cursus met goed gevolg te hebben doorloopen, ontvangen de leerlingen daarvan een getuigschrift. Het schoolgeld bedraagt f 5, ƒ10 of ƒ15 per jaar naarge lang van de financieele gesteldheid der ouders. Onvermo gen den kunnen worden vrijgesteld van betaling. Alle gereedschappen en materialen worden den leerlingen kosteloos verstrekt. Het is gebleken, dat enkele leerlingen, die tusschentijds, om welke reden dan ook, de school hebben verlaten, zich bij de patroons als oud-leerlingen van de school hebben aangemeld, terwijl de school hun geen bewijs heeft kunnen geven, dat zij het onderwijs met vrucht hebben gevolgd en VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. h

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 718