43 VII. Tot den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie rekening van Naamlooze Vennootschappen” duidelijk wordt aangetoond. Vaststelling van óen formulier voor alle vennootschappen schijnt ons evenmin de ware oplossing. De meest verschil lende bedrijven worden in den vorm der naamlooze vennoot schap uitgeoefend. Daarmee behoort rekening te worden gehouden. De meest gewenschte oplossing zou daarom naar het oor deel onzer Kamer zijn, dat voor verschillende groepen van bedrijven (b.v. verzekeringsmaatschappijen, fabrieken, cultuur maatschappijen, credietinstellingen, handelsonderneiningen) afzonderlijke formulieren werden vastgesteld. Wat de wijze van openbaarmaking betreft, veroorloven wij ons nog op te merken, dat o. i. plaatsing in de Ned. Staatscourant zou behooren te worden voorgeschreven. Aan beveling zou het verdienen, indien dit geschiedde in een afzonderlijk, voor billijken prijs verkrijgbaar bijvoegsel. Wordt tot invoering van een handelsregister overgegaan, dan zou de verplichting ten kantore, waar dit gehouden wordt, een exemplaar van balans en verlies- en winstreke ning te deponeeren, moeten worden opgelegd. Ook achten wij voor een juiste beoordeeling van de crediet- waardigheid der naamlooze vennootschap wenschelijk, dat bij de balans en winst- en verliesrekening een lijst van hou ders van niet volgestorte aandeelen worde openbaar gemaakt. Ten slotte veroorloven wij ons nog twee opmerkingen. In de eerste plaats komt het ons noodzakelijk voor, dat door de wet een controle van staatswege wordt voorge schreven op de berekening der reserve van de levensver zekeringmaatschappijen. Ten einde de concurrentie voor de in het binnenland gevestigde maatschappijen tegen buiten- landsche instellingen niet onbillijk, te verzwaren, zou daarbij bepaald kunnen worden, dat slechts aan die buitenlandsche levensverzekeringmaatschappijen vergunning wordt gegeven hier te lande haar bedrijf uit te oefenen, welke in het land hunner vestiging aan een soortgelijke controle zijn onder worpen. Ten tweede achten wij het gewenscht dat bij een her ziening der wettelijke bepalingen de Koninklijke goedkeuring op de ontwerp-statuten kome te vervallen. Naar onze mee- ning geeft dit voor oningewijden den schijn, als ware de zaak zelf door de regeering goedgekeurd. Waar de overeen stemming der statuten met de wet ook op andere wijze kan verzekerd worden, zouden wij het toejuichen, indien de ver plichte goedkeuring door de kroon werd afgeschaft. VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 738