35
45
Er werd nog op gewezen, hoe zelden uit Engeland, waar
zij verkrijgbaar zijn, dergelijke omslagen hier te lande wor
den ontvangen.
Op grond van bovenstaande overwegingen meende de Kamer
te mogen adviseeren van het verkrijgbaar stellen van van
Rijkswege gezegelde adresbanden af te zien en achtte zij
het onnoodig monsters van omslagenen papier over te leggen.
IX. Tot den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
ten einde haar oordeel te doen kennen over de in hare han
den gestelde proeve van wettelijke regeling van het beroep
van accountant met het volgende schrijven:
Wij hebben de eer Uwe Excellentie hierbij de opmer
kingen mede te deelen. tot welke de bij nevenvermeld
schrijven van Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid ons toegezonden proeve van wettelijke
regeling van het beroep van accountant onze Kamer aan
leiding heeft gegeven.
Wat betreft de beteekenis, aan de werkzaamheid van
accountants te hechten, behoeven wij slechts te wijzen op
het groot aantal ondernemingen, firma’s en naamlooze ven
nootschappen, waarin dikwerf bekwame mannen de accoun-
tantspraktijk reeds jaren lang als zelfstandig beroep uit-
oefenen en goede diensten bewijzen. En waar van deze
diensten steeds in grootere mate gebruik wordt gemaakt en
hiermede van zelf de deur wijder wordt opengezet voor mis
bruiken, achten wij wettelijke regeling noodzakelijk.
De gevolgen toch, van een wettelijke regeling te wachten,
zijn: 1". dat alleen bevoegde en alleszins betrouwbare per
sonen tot de beëediging zullen worden toegelaten; 2°. dat
toezicht op de accountants wordt uitgeoefend en hij, die
zich schuldig maakt aan handelingen, strijdig met de eer of
waardigheid van zijn beroep, kan worden geschorst of ont
slagen, hetgeen niet weinig zal bijdragen om de zwakkeren
aan te manen tot voorzichtigheid met de plaatsing hunner
VIII. Tot de Nederlandsche Handelsreizigersvereeniging te
Rotterdam naar aanleiding van haar verzoek den invloed der
Kamer te willen aanwenden tot het verleenen van vacantie
aan handelsreizigers.
Waar de Kamer geen directen invloed kon uitoefenen op
de vervulling der wenschen van genoemde vereeniging te
dezen opzichte, meende zij toch haar instemming daarmede
te moeten betuigen. Zij sprak daarbij de hoop uit, waar het
eenigszins mogelijk is de patroons hun reizigers in deze
tegemoet zouden komen in hun billijk verlangen naar eenige
dagen vacantie per jaar.
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
i