47
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te ’s-Gravenhage.
A. A. Knuyver, Voorzitter.
J. D. Verbroek, Secretaris.
In art. 19 wordt aan den Raad van Beroep de bevoegd
heid gegeven om de opgelegde straf van schorsing of ontslag
openbaar te maken in zoodanige nieuwsbladen als de Raad
noodig zal oordeelen.
Het komt de Kamer voor dat in deze gevallen de open
baarmaking der straf steeds moet plaats hebben en dat
daarby tevens zou moeten worden bepaald, dat zij zou
moeten plaats hebben in een of meer der in de woonplaats
van den accountant verschijnende dagbladen.
Daarentegen zou aan den geschorsten of ontslagen accoun
tant het recht van beroep tegen de uitspraak van den Raad
moeten worden toegekend.
Om tot het examen te worden toegelaten, stelt het ont
werp onder meer als eisch een driejarige stage op een
accountantskantoor. Onze Kamer meent, dat dit te ver gaat.
Tal van jongelieden die reeds een bezoldigde betrekking
hebben als boekhouder, zullen bezwaarlijk deze kunnen ver
laten om als volontair of tegen een veel lager salaris op
een accountantskantoor te gaan werken en zich zoodoende
den weg tot het beroep van accountant te zien afgesneden.
In het ontwerp wordt bepaald (art. 11), dat de accountant
verplicht is binnen drie dagen na zijn beëediging zich te
doen inschrijven in het Register van den Raad van Toezicht,
waaronder zijn woonplaats ressorteert. Deze termijn komt
ons te kort voor en zou zonder nadeel b.v. op een maand
kunnen worden gesteld.
Wenschelijk zou het ten slotte zijn te bepalen, dat de
accountant zijn diensten als zoodanig niet mag verleenen
bij een onderneming, tot welke of tot welker hoofd hij in
andere dienstbetrekking (b.v. als boekhouder) staat, terwijl
ook familiebetrekking tot in den Bden graad tusschen het
hoofd of den beheerder eener zaak of vennootschap en een
accountant laatstgenoemde onbevoegd behoort te maken ten
opzichte dier zaak of vennootschap.
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35