Bjjlage 37
VERSLAG omtrent de Brandweer der Gemeente
’s-Gravenhage over het jaar 1905.
Van 1 Januari tot en met 31 December hadden plaats:
69 schoorsteenbranden,
138 kleine binnenbranden,
9 zware binnenbranden,
8 uitslaande branden,
42 buitengewone branden,
te zamen 266 brandenbovendien waren er nog 56 brand-
geruchten, terwijl 149 maal uit baldadigheid, door middel
van brandschellen, noodeloos werd gealarmeerd.
Bij de 266 branden is 21 maal gebruik gemaakt van de
in de publieke straat gelegen brandkranen, 1 maal werd een
begin van brand met één der in het gebouw aanwezige
binnenbrandkranen bedwongen en 1 maal werd bij een hooi-
bergbrand gebruik gemaakt van eene handspuit, zoodat dus
ruim 91 pet. der branden met geringe hulpmiddelen zijn
gebluscht.
Uit staat G blijkt, dat 27 branden ontstaan zijn tengevolge
van het gebruik van petroleum, d.i. de schoorsteenbranden
en buitengewone branden (straatbranden enz.) niet medege-
rekend, 18 pct. van het geheele aantal branden. Telt men
bij de berekening van dat percentage de 20 branden (schoor
steenbranden en buitengewone branden weder uitgezonderd)
niet mede, waarvan de oorzaak onbekend is gebleven en
waarvan vermoedelijk ook meerdere aan het gebruik van
petroleum te wijten zijn, dan stijgt het tot 20.
Tweemaal werd dit jaar de brandweer gealarmeerd door
middel van een brandschel van één der Rijksgebouwen, nl.
door het Departement van Justitie en door dat van Koloniën
beide malen bleek in genoemde gebouwen een schoorsteen
brand te zijn uitgebroken.