39
b. Verzameling en afvoer van vuil.
Wat den toestand der Haagsche grachten betreft, het is
duidelijk, dat hierin niettegenstaande het Ververschingskanaal,
het dempen van de moeilijk door te spuien grachten en de
rioleeringswerken geen afdoende verbetering te verwachten is,
zoolang de Delftsche en andere fabrieken ongestoord de open
bare wateren kunnen blijven verontreinigen. De Gemeente
’s-Gravenhage zou echter, in afwachting van wettelijke maat
regelen op dit punt, alvast kunnen beginnen met te zorgen,
dat haar eigen fabrieken aan die verontreiniging niet mede
doendoor de Gasfabriek wordt n.l. fabriekswater geloosd
in de gracht langs de Newtonstraat, welke gracht daardoor
nog eens extra verontreinigd wordt, en het lijkt zeer nood
zakelijk om hiertegen maatregelen te nemen.
De Commissie vestigde de aandacht van Burgemeester en
Wethouders op het bestaan van twee hinderlijke mestver-
zamelingen te Scheveningen. Het gold ten eerste een niet
overdekte mestput aan de Badhuiskade, liggende tegen den
Een paar maal werd geklaagd over stank van paarden
stallen; in het eene geval werd de politie aangespoord nauw
keurig toe te zien op het dagelijksch wegvoeren van de
mest, in het andere geval werd bevorderd het maken van
een gemetselde mestput. Gunstig werd door de Commissie
geadviseerd omtrent het oprichten van een gebouwtje voor
mestverzameling achter het gesticht van het Fonds van
Liefdadigheid voor Roomsch-Katholieken aan den Loosduin-
schen weg, mits onder meer de vloer van het gebouw en de
wanden tot de hoogte, waarop de mest wordt opgestapeld,
van waterdicht materiaal werden gebouwd. Door Burge
meester en Wethouders werd overeenkomstig dat advies de
vergunning verleend.
Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en dat
zij met die Maatschappij in onderhandeling waren om te
geraken tot eene demping der sloot voor gemeenschappelijke
rekening.
Het laat zich thans aanzien, dat die demping spoedig zal
kunnen plaats hebben; reeds in Juni van het jaar 1908
echter was er omtrent demping dezer sloot aan den Gemeente
raad door belanghebbenden gerekwestreerd; in Juni 1905
intusschen hebben die rekwestranten hun verzoek nog eens
moeten herhalen. De Commissie betreurt het, dat dergelijke
zaken zoo lang onafgedaan blijven.
6
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.