39 12 De Commissie vestigde de aandacht van Burgemeester en Wethouders op den slechten toestand, waarin een slachterij van varkens en rundvee aan het Westeinde verkeerde: aan den houder der vergunning werden dientengevolge nieuwe voorwaarden opgelegd, waartegen hij in beroep kwam, in welk beroep bij evenwel bij Kon. Besluit niet-ontvankelijk werd verklaard. Driemaal werd door den Hoofdinspecteur van de Volks- j gezondheid het advies der Commissie gevraagd omtrent het oprichten van slachtplaatsen: a. voor een slachterij van runderen aan de Symonsstraat te Scheveningende Commissie vond de inrichting voor het doel te beknopt, maar liet in het midden, of dit gebrek een reden kon zijn tot weigering van de vergunning op grond van de bepalingen van de Hinderwet; overigens was het naar hare meening beslist noodzakelijk om als voorwaarde te stellen, dat de inrichting niet door eenige deur in ver binding zou staan met beneden- noch bovenwoning, terwjjl ook onder meer nadere voorschriften omtrent riooleering en ventilatie werden noodig geacht; de vergunning werd met inachtneming der genoemde voorwaarden door Burgemeester en Wethouders verleend. b. voor een slachterij van varkens aan een straat uitkomende aan de Beeklaan; de Commissie adviseerde in overeenstem ming met den Inspecteur van de Volksgezondheid tot wei gering der vergunning, indien niet óf de ruimte voor slacht plaats bestemd, werd afgescheiden van de overblijvende ruimte in het pakhuis, öf het geheele pakhuis werd ingericht als voor een slachtplaats noodig is; Burgemeester en Wet houders verleenden de vergunning met bepaling, dat de inrichting voltooid en in werking gebracht moest zijn voor 1 Juli 1905, na welken datum de vergunning weer inge trokken werd, als zijnde de slachterij niet binnen den ge stelden termijn in werking gebracht. c. voor een slachterij van varkens in een perceel aan de Gedempte Sloot; de Commissie adviseerde ongunstig: het perceel was niet meer als slachterij in gebruik, hoewel de eigenaar vergunning voor het slachten van runderen had, en de omwonenden waren naai' het oordeel van de Com missie terecht opgekomen tegen deze nieuwe vergunning, die allicht tot het ontstaan van een varkensbewaarplaats zou hebben aanleiding gegeven; overeenkomstig het advies der de tweede Gasfabriek ook in deze opzichten aan de hoogste eischen voldoet. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 834