39
HOOFDSTUK VIL
Ziekten.
In de maanden Mei en Juni deden zich nog al wat gevallen
van febris typhoidea voor. Al de lijders bleken melk betrok
ken te hebben van den zelfden melkhandelaar te Rijswijk,
van wien reeds in het vorig jaarverslag melding is gemaakt.
Wederom werd door bemiddeling van het Staatstoezicht op
de Volksgezondheid en den Voorzitter der Gezondheidscom
missie te Naaldwijk, te Rijswijk woonachtig, het water uit
de (herstelde) nortonput aan een scheikundig onderzoek
onderworpen, uit welk onderzoek bleek, dat het water nog
besmet was, althans er werden coli-bacillen in aangetroffen,
hetgeen op groote kans duidt, dat er typhusbacillen aanwezig
zijn. De nortonput werd nu verzegeld en de watermeter dage
lijks gecontroleerd, opdat de meergemelde melkhandelaar
niet weder (zooals vermoed werd dat de laatste maanden het
geval was) uit een oogpunt van zuinigheid ander dan leiding
water voor het schoonhouden van het vaatwerk zou gebruiken.
De Secretaris der Commissie voerde intusschen met den
betrokken Inspecteur der Volksgezondheid en Burgemeester
en Wethouders mondelinge en schriftelijke onderhandelingen
omtrent waarschuwingen tegen het gebruik van melk van
den bewusten melkhandelaar. Wijl men echter hoopte de
bron van het kwaad te hebben gestopt, wenschten Burge
meester en Wethouders de zaak voorloopig te laten rusten,
te meer wijl er voorzichtigheid geboden was wegens het
vreemdelingenverkeer.
Na Juni 1905 kwamen wel verschillende typhusgevallen
voor, doch meestentijds in zeer uiteenloopende wijken der stad.
Van de Gezondheidscommissie te Alfen kreeg de Commissie
de mededeeling, dat er te Stompwijk een roodvonklijder was
ten huize van een melkleverancier van „de Bierkan” hier ter
stede.
De Directeur van gemelde inrichting werd door den Secre
taris der Commissie telefonisch hiermede in kennis gesteld
met het gevolg dat door eerstgenoemde de noodige voorzorgs
maatregelen werden genomen.
De Gezondheidscommissie te Maassluis vestigde de aan
dacht der Commissie op de mogelijkheid van verspreiding
van besmettelijke ziekten door uit zee komende schepelingen.
De gezagvoerders kunnen uit den aard der zaak niet beoor-
deelen of de zieken, die zij aan boord hebben, lijdende zijn
aan besmettelijke ziekten, en de toepassing der op dit stuk
bestaande wettelijke bepalingen laat daardoor niet weinig te
wenschen over, De schepen krijgen verbinding met den wal,
22
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.